16
16
10. Afdekkingen (16) boven en onder op de
bevestigingshoek (17) steken.
11. Bevestigingshoek (17) boven en onder met de
schroeven (19) bevestigen. Schroeven niet
vastdraaien. De bevestigingshoeken (17) moet men
nog naar rechts en links kunnen bewegen.
12. Beschermfolie van de afdekstrip (20) trekken.
13. Afdekstrip (20) greepzijdig en aan de voorkant op de
bovenste afdekking (16) plaatsen en op de zijwand
van het apparaat plakken.
14. Afdekstrip (20) indien nodig inkorten. De
afdekstrip (20) moet 3 mm boven de bovenkant van
de onderste bevestigingshoek (17) eindigen.
15. Apparaat in de nis schuiven, tot de afdekkingen (16)
tegen de meubelzijwand komen.
108
17
19
16. Bij 16 mm dikke meubelwanden:
De afstandstukken (14) tegen de meubelwand laten
aanslaan.
17
17. Bij 19 mm dikke meubelwanden:
De voorkanten van de scharnieren vlak met de
meubelzijwand uitlijnen.
18. Bij meubels (16 mm en 19 mm) met
deuraanslagstijlen (noppen, afdichtingslippen
etc.):
Rekening houden met opbouwmaat (diepte van de
deuraanslagdelen): Scharnieren en afdekkingen (16)
met de opbouwmaat laten uitsteken.
20
19. Apparaat m.b.v. de schroefvoeten met
meegeleverde steeksleutel (21) recht uitlijnen.
14
21