12 Na de werkzaamheden
Voorwaarden voor een fraai mulchresultaat:
– Frequentie: in de lente (voornaamste groeipe‐
riode) minstens 2 keer per week, in de zomer
en in de herfst 1 keer per week.
– Maai het gazon als het zo droog mogelijk is.
– Gebruik goed geslepen snijmessen.
– Kies een lage snelheid vooruit.
– Varieer de maairichting en zorg ervoor dat de
maaibanen elkaar overlappen.
– Maai hoog opgeschoten gras altijd in fasen.
► Duw de grasmaaier langzaam en gecontro‐
leerd vooruit.
12 Na de werkzaamheden
12.1
Na het werken
► Schakel de motor uit.
► Als de grasmaaier nat is: laat de grasmaaier
drogen.
► Reinig de grasmaaier.
13 Vervoeren
13.1
Grasmaaier vervoeren
► Schakel de motor uit.
Het mes mag niet draaien.
► Trek de bougiestekker los.
Grasmaaier duwen
► Duw de grasmaaier langzaam en gecontro‐
leerd vooruit.
Grasmaaier dragen
► Draag werkhandschoenen van stevig materi‐
aal.
0478-111-9949-B
► Als de grasmaaier met uitgeklapte duwstang
wordt gedragen:
► Laat één persoon de grasmaaier met beide
handen aan de behuizing voor vasthouden
en een andere persoon met beide handen
aan de duwstang.
► Til en draag de grasmaaier met twee perso‐
nen.
► Als de grasmaaier met ingeklapte duwstang
wordt gedragen:
► klap de duwstang in,
► Laat één persoon de grasmaaier met beide
handen aan de behuizing voor vasthouden
en een andere persoon met beide handen
aan de duwstang.
► Til en draag de grasmaaier met twee perso‐
nen.
De grasmaaier in een voertuig transporteren
► Zet de grasmaaier rechtopstaand zodanig
vast, dat de grasmaaier niet kan omvallen en
niet kan bewegen.
14 Opslaan
14.1
Grasmaaier opslaan
► Zet de motor uit en laat deze afkoelen.
► Trek de bougiestekker los.
► Sla de grasmaaier zodanig op, dat aan de vol‐
gende voorwaarden is voldaan:
– De grasmaaier staat buiten het bereik van
kinderen.
– De grasmaaier is schoon en droog.
– De grasmaaier kan niet omvallen.
– De grasmaaier kan niet wegrollen.
Nederlands
8.2.
221