Defecten / Oplossingen; 10.1 Moeilijkheden Bij Het Ontsteken; 10.2 Defecten Tijdens Werking - Riello G30 MRBLU CF Instructions Pour Installation, Utilisation Et Entretien

10

Defecten / Oplossingen

Hieronder vindt u een lijst met defecten en mogelijke oplossingen voor problemen die zich kunnen voordoen en die aanleiding geven
tot een abnormale werking of het uitvallen van de brander.
In de meeste gevallen gaat bij een defect het controlelampje branden in de ontgrendelingsknop van het bedienings- en besturings-
toestel 2) (Afb. 3).
Als dat lampje brandt, kan de brander alleen opnieuw worden gestart nadat u de ontgrendelingsknop helemaal ingedrukt heeft. Is er
een normale ontsteking, dan kan deze onverwachte branderstop toegeschreven worden aan een tijdelijk en ongevaarlijk probleem.
Als daarentegen de vergrendeling blijft bestaan, dient u de oorzaak van het defect in onderstaande tabel op te zoeken en de oplos-
singen uit te voeren.

10.1 Moeilijkheden bij het ontsteken

DEFECTEN
De brander start niet bij
het sluiten van de limiet-
thermostaat.
De brander wordt ver-
grendeld voor of tijdens
de voorventilatie.
De brander doorloopt de
fases van voorventilatie
en ontsteking normaal
maar wordt vergrendeld
na ongeveer 5 sec.
De brander start maar met
een vertraagde ontste-
king.

10.2 Defecten tijdens werking

DEFECT
De brander wordt ver-
grendeld tijdens de wer-
king.
Defecten / Oplossingen
MOGELIJKE OORZAKEN
Geen elektrische voeding (Geen stroom).
Verwarmer of thermostaat voor toestemming is
stuk.
De aansluitingen van de elektronische contro-
ledoos zijn niet correct aangebracht.
De vlamdetector neemt een extern licht waar.
De vlamdetector is vuil.
De vlamdetector is defect.
De vlam haakt af of wordt niet gevormd.
Ontstekingselektroden slecht afgesteld.
Te sterk luchtdebiet.
Verstuiver vuil of beschadigd.
MOGELIJKE OORZAKEN
De vlam verdwijnt 4 maal.
Wordt niet gedoofd.
Check de spanning aan de klemmen L1 - N van de
7-polige stekker.
Check de zekeringen.
Controleer of de veiligheidsthermostaat niet ver-
grendeld is.
Vervang ze.
Controleer alle stopcontacten en sluit ze goed aan.
De externe lichtbron elimineren.
Reinigen.
Vervangen.
Druk en debiet van de brandstof checken.
Luchtdebiet checken.
Verstuiver vervangen.
Spoel van de elektromagnetische klep checken.
Correct afstellen zoals uitgelegd in deze handlei-
ding.
Luchtdebiet afstellen zoals uitgelegd in deze hand-
leiding.
Vervangen.
Maak de vlamdetector schoon of vervang hem.
Vervang de verstuiver die vuil of versleten is.
Controleer de werking van de vlamdetector.
Controleer de werking van de zuiger van de druk-
regelaar.
Controleer de werking van de stopkraan van de
pomp.
27 NL
OPLOSSINGEN
OPLOSSINGEN
20011753