Configuratierichtlijn
Configuratie #
1
Stel het apparaat in op het automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het veranderen van
deze instelling.
2
(Optioneel) Wijzig de instelling Aantal belsignalen naar een of twee keer rinkelen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het veranderen van
deze instelling.
3
Bepaal hoe het apparaat oproepen moet beantwoorden: automatisch of handmatig.
•
•
Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het veranderen van
deze instelling.
4
U kunt de modem en de apparaat niet gelijktijdig gebruiken omdat de computermodem de telefoonlijn
deelt met de apparaat. U kunt bijvoorbeeld de apparaat niet gebruiken om te faxen wanneer u de
(Modem voor inbellen)
computermodem gebruikt om een e-mailbericht te verzenden of om te surfen op het internet.
5
Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de
computer, moet u die instelling uitschakelen.
(Modem voor inbellen)
Voorzichtig: De apparaat kan geen faxberichten ontvangen als u de instelling voor het automatisch
ontvangen van faxberichten niet uitschakelt in de software van uw computermodem.
6
Wanneer de telefoon gaat, neemt de apparaat automatisch op na het aantal belsignalen dat u in
Aantal belsignalen hebt opgegeven. Vervolgens verzendt het apparaat faxontvangsttonen naar het
apparaat dat het faxbericht verzendt en ontvangt het apparaat het faxbericht.
7
Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na vier keer rinkelen of minder.
(Antwoordapparaat)
Wijzig de instelling Aantal belsignalen op het apparaat naar zes keer rinkelen.
Als de telefoon rinkelt, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal keren
overgaan. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De apparaat controleert ondertussen de
telefoonlijn en "luistert" of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen
worden gedetecteerd, zendt de apparaat faxontvangsttonen uit waarna het de fax ontvangt. Als er
geen faxtonen worden waargenomen, stopt de apparaat met het controleren van de lijn en kan het
antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt.
8
Alleen DSL-lijnen: U zult bijkomende DSL-filters moeten kopen voor alle apparaten (telefoon, computer)
waarmee de DSL-telefoonlijn wordt gedeeld. Raadpleeg uw internet service provider voor bijkomende
informatie over de DSL-filtertypes die u nodig heeft.
9
Wijzig de instelling Antwoorden op rinkelsignaal naar het rinkelsignaal dat de telefoonmaatschappij
aan uw faxnummer heeft toegekend, zoals dubbele belsignalen of drievoudige belsignalen.
(Service voor
specifieke belsignalen)
Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het veranderen van
deze instelling.
OPMERKING: Uw apparaat staat standaard ingesteld op het beantwoorden van alle belpatronen. Als u
niet het correcte belpatroon instelt dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegewezen,
bestaat de kans dat het apparaat zowel gespreks- als faxoproepen beantwoordt of dat het apparaat
helemaal niet reageert.
44
Als u de apparaat instelt op het automatisch beantwoorden van oproepen, verloopt het
beantwoorden van alle binnenkomende oproepen en het ontvangen van faxen automatisch.
De apparaat zal in dat geval geen onderscheid kunnen maken tussen binnenkomende oproepen en
faxberichten. Wanneer u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u deze
beantwoorden voordat de apparaat de oproep beantwoordt.
Als u de apparaat instelt op het handmatig beantwoorden van faxoproepen, moet u aanwezig zijn
om de binnenkomende faxoproepen te accepteren, omdat de apparaat anders geen faxen kan
ontvangen.
Configuratieaanwijzingen