bosal 013-108 Instructions De Montage page 6

De zwarte 3-polige behuizing bij de contactdoos op de microinschakelaar aansluiten.
5.
a) Contactdoos samen met de onderlegger monteren m.b.v. bijgevoegde schroeven en moeren op de
bevestigingsplaat van de contactdoos:
b) let op dat de onderlegger juist bevestigd wordt,
c) de kabelboom zo monteren dat er geen scherpe knikken in komen en dat deze nergens tegen kan schuren.
6. Het uiteinde van de kabelboom met bruine, zwart/groene en grijs/groene kabels naar de rechter
achterlichten doorvoeren:
a) 6-polige zijstekker van de parkeerlichten lostrekken en verbinden met de passende stekker aan de kabelboom.
Het overgebleven uiteinde van de kabelboom op de parkeerlichten aansluiten.
7.
Het andere uiteinde van de kabelboom met 6-polig blokje naar de linker parkeerlichten doortrekken:
a) 6-polige zijstekker van de parkeerlichten lostrekken en verbinden met de passende stekker aan de kabelboom.
Het overgebleven uiteinde van de kabelboom op de parkeerlichten aansluiten.
8.
6-polige stekker achter de linker bekleding van de kofferruimte plaatsen.
In de voertuigen met de controle van lichtinstallatie dient een extra kabelboom aangesloten te worden met een
elektronische module. 6-polige contactstekker in de kabelboom gebruiken.
In de voertuigen zonder controle van lichtinstallatie
losgemaakt worden.
Extra set voor controle van de elektrische installatie
9.
Aan de linker kant van het voertuig richting de klep in de kofferruimte loopt een kabelboom. In deze kabelboom de
grijs/witte draad vinden (mistlichten), doorsnijden en beide uiteinden op ca. 5 mm isoleren: :
a) aan het uitende van de kabel die van de voorkant van het voertuig loopt de muts en de behuizing van de muts
klemmen,
b) aan het uitende van de kabel die naar de parkeerlichten loopt het eindstuk en de behuizing van het eindstuk
klemmen,
c) beide gemonteerde behuizingen op de passende behuizing in de kabelboom (grijze en grijs/witte draden)
aansluiten.
10.
Voertuigen zonder achteruitrijcontrole (APS) en met de 8-kanaal APS systeem (achterkant en voorkant):
De rood/groene draad in de kofferruimte niet aansluiten. Het uiteinde afknippen en de draad isoleren. De draad
mag geen contact hebben met de massa van het voertuig.
In voertuigen met 8-kanaal achteruitrijcontrole kan de regelaar handmatig met een passende schakelaar
(handleiding van het voertuig) uitgeschakeld worden.
11.
Voertuigen met achteruitrijcontrole (APS):
De wit/groene draad naar de regelaar van de APS onder de deurpost doortrekken. Van de regelaar van APS de 16-
polige stekker demonteren en de secundaire blokeerinrichting weghalen. De stekkerlijst uit de behuizing
verwijderen. Het uiteinde van de kamer nr. 5 (in de meeste modellen rood/witte draad) demonteren en op deze
plaats een wit/groene draad met het uiteinde aanbrengen. De rood/witte draad naast de regelaar los laten liggen.
De behuizing aanbrengen en op de APS-regelaar aansluiten.
12. Stroomverzorging aanhanger
Betreft alleen de 13-polige versie. De 3-voudige beschermkap (met rood/blauwe, gele, wit/bruine en wit/bruine
draden) is bestemd voor extra functies van de contactdoos. De kabelboom dient bevestigd te worden achter de
kap. Ten einde de functies van de contactdoos uit te breiden dienen extra onderdelen besteld te worden:
Functie „gelijk stroom plus en massa"
Functie „gelijk stroom plus, kabel voor massa om te laden"
Alle leidingen monteren met de bijgevoegde klembanden, eerder gedemonteerde onderdelen weer aanbrengen.
De accu aansluiten en alle functies van het voertuig controleren met aangekoppelde aanhanger of geschikt
testapparaat.
blijft deze stekker ongebruikt. Deze brug mag niet
Art. nr. 014-199
art. nr. 014-169
art. nr. 015-069