Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster
Het tabblad Setup (Instellingen) - Advanced Routing (Geavanceerde routing)
Op dit tabblad kunt u de geavanceerde functies van de router instellen. Met Operating Mode (Bedrijfsmodus) kunt u het type
geavanceerde functies selecteren dat u gebruikt. Met Dynamic Routing (Dynamische routing) wordt de wijze waarop pakketten
worden verplaatst in uw netwerk automatisch aangepast. Met Static Routing (Statische routing) wordt een vaste route naar een
andere bestemming in het netwerk ingesteld.
Operating Mode (Bedrijfsmodus). Selecteer de modus waarin deze router werkt. Selecteer Gateway als de router de host is van
uw internetverbinding. Selecteer Router als zich nog een andere router in uw netwerk bevindt. Als u Router selecteert, wordt
Dynamic Routing (Dynamische routing) ingeschakeld.
Dynamic Routing (Dynamische routing). Met deze functie kan de router zich automatisch aanpassen aan fysieke veranderingen
in de netwerkstructuur en routingtabellen met andere routers uitwisselen. De router bepaalt de route van de netwerkpakketten
op basis van het geringste aantal knooppunten tussen de bron en de bestemming. Deze functie is standaard uitgeschakeld. In
de vervolgkeuzelijst kunt u ook LAN & Wireless (LAN & draadloos) selecteren. Met deze functie vindt dynamische routing plaats
via uw Ethernet- en draadloze netwerken. U kunt ook WAN selecteren. Hiermee vindt dynamische routing plaats met gegevens
die worden ontvangen van internet. Selecteer Both (Beide) voor dynamische routing voor beide netwerken, en met gegevens van
internet.
Static Routing (Statische routing). U stelt een statische route tussen de router en een ander netwerk in door een getal in de
keuzelijst Static Routing (Statische routing) te selecteren. (Een statische route is een vooraf gedefinieerd pad dat
netwerkgegevens moeten volgen om een bepaalde host of een bepaald netwerk te bereiken.) Voer de onderstaande gegevens in
als u een nieuwe route wilt instellen. (Klik op de knop Delete This Entry (Item verwijderen) als u een statische route wilt
verwijderen.)
Enter Route Name (Voer routenaam in) Voer hier de naam van de route in. De naam mag niet langer zijn dan 25
alfanumerieke tekens.
Destination LAN IP (IP doel-LAN) Dit is het adres van het externe netwerk of de externe host waaraan u de
statische route wilt toewijzen.
Subnet Mask (Subnetmasker). Het subnetmasker bepaalt welk deel van een IP-adres van het doel-LAN het
netwerk en welk deel de host is.
Default Gateway (Standaardgateway) Het IP-adres van het apparaat dat als gateway dient en dat de verbinding
tussen de router en het externe netwerk of de externe host mogelijk maakt.
Interface. Deze interface geeft aan of het IP-adres van de bestemming voor LAN & Wireless geldt (LAN &
draadloos) (Ethernet en draadloze netwerken), WAN (internet) of Loopback (Lus) (een dummynetwerk waarin
één computer als een netwerk fungeert, nodig is voor bepaalde softwareprogramma's).
Klik op de knop Show Routing Table (Routingtabel weergeven) als u de reeds ingestelde statische routes wilt weergeven.
Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de
wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.
Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren
Het tabblad Setup (Instellingen) - Advanced Routing (Geavanceerde routing)
Afbeelding 3-17: Tabblad Wireless (Draadloos) - Basic
Wireless Settings (Standaardinstellingen voor draadloos
netwerk)
OPMERKING: SpeedBooster werkt ALLEEN in de
infrastructuurmodus.
15