Télécharger Imprimer la page

Cisco Systems Linksys WRT54GS Mode D'emploi page 218

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Wireless-G-breedbandrouter met SpeedBooster
Frame Burst (Frame-burst). Met deze optie nemen de prestaties van uw netwerk toe, afhankelijk van de leverancier van uw
draadloze producten. Gebruik de standaardinstelling Disable (Uitschakelen) als u niet zeker weet hoe u deze optie moet gebruiken.
Beacon Interval (Bakeninterval). De standaardwaarde is 100. Geef een waarde op tussen 1 en 65.535 milliseconden. De
waarde van het bakeninterval geeft het frequentie-interval van het baken aan. Een baken is een pakketbroadcast van de
router voor de synchronisatie van het draadloze netwerk.
DTIM Interval (DTIM-interval). Deze waarde, die tussen 1 en 255 ligt, geeft het interval van de Delivery Traffic Indication
Message (DTIM) aan. Een DTIM-veld is een aftelveld dat de clients informatie verstrekt over het volgende venster voor het
luisteren naar broadcast- en multicast-berichten. Als er zich broadcast- of multicast-berichten voor gekoppelde clients in de
buffer van de router bevinden, verzendt de router de volgende DTIM met een DTIM-intervalwaarde. De clients krijgen de
bakens door en worden geactiveerd. Vervolgens kunnen de clients de broadcast-berichten en multicast-berichten ontvangen.
De standaardwaarde is 1.
Fragmentation Threshold (Fragmentatiedrempel). Deze waarde geeft de maximale grootte van een pakket aan voordat de
gegevens over meerdere pakketten worden verdeeld. Als er zich veel pakketfouten voordoen, kunt u de fragmentatiedrempel
iets verhogen. Als u de fragmentatiedrempel te laag instelt, kan dat slechte netwerkprestaties veroorzaken. Het is raadzaam
de verlaging van de standaardwaarde tot een minimum te beperken. In de meeste gevallen kan de standaardwaarde 2346
worden gebruikt.
RTS Threshold (RTS-drempel). Bij een inconsistente gegevensstroom is het raadzaam de standaardwaarde (2347), slechts licht te
wijzigen. Als een netwerkpakket de vooraf ingestelde RTS-drempel niet overschrijdt, wordt de RTS/CTS-techniek niet
ingeschakeld. De router verzendt Request to Send-frames (RTS) naar een bepaald ontvangststation en onderhandelt over het
verzenden van een gegevensframe. Het draadloze station reageert op de ontvangst van de RTS met een Clear to Send-frame (CTS)
ter bevestiging van het recht de overdracht te beginnen. De RTS-drempel moet op de standaardwaarde 2347 blijven ingesteld.
Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de
wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.
Tabblad Security (Beveiliging) - Firewall
Firewall Protection (Firewallbescherming). Schakel deze functie in om Stateful Packet Inspection (SPI) te gebruiken voor een
meer gedetailleerde controle van gegevenspakketten die uw netwerkomgeving binnenkomen.
Block WAN Requests (WAN-verzoeken blokkeren). U schakelt de functie voor het blokkeren van WAN-verzoeken in door het
vakje naast Block Anonymous Internet Requests (Anonieme internetverzoeken blokkeren) te selecteren. Door de functie in
te schakelen, kunt u voorkomen dat uw netwerk door andere internetgebruikers wordt 'gepingd' (gedetecteerd). Uw netwerk
wordt met deze functie ook beter beveiligd, omdat de netwerkpoorten worden verborgen. Als u WAN-verzoeken blokkeert,
wordt het voor gebruikers van buitenaf moeilijker uw netwerk binnen te dringen. Deze functie is standaard ingeschakeld.
Selecteer Disabled (Uitgeschakeld) als u anonieme internetverzoeken wilt toestaan.
Filter Multicast (Multicast filteren). Met multicasting kunnen meerdere overdrachten tegelijk naar bepaalde ontvangers
worden verzonden. Als multicasting is toegestaan, kan de router IP-multicastpakketten naar de daarvoor bestemde
computers doorsturen. Selecteer Enabled (Ingeschakeld) als u multicasting wilt filteren of Disabled (Uitgeschakeld) als u
deze functie wilt uitschakelen.
Filter Internet NAT Redirection (Filter Doorsturen NAT). Met deze functie worden poorten doorgestuurd om te voorkomen dat
met lokale netwerkcomputers toegang wordt verkregen tot lokale servers. Selecteer Enabled (Ingeschakeld) als u het
doorsturen van NAT wilt filteren of Disabled (Uitschakelen) als u deze functie wilt uitschakelen.
Filter IDENT (Port 113) (IDENT filteren [poort 113]) Met deze functie wordt voorkomen dat poort 113 wordt gescand door
apparaten buiten uw lokale netwerk. Selecteer Enabled (Ingeschakeld) als poort 113 wilt filteren of Disabled (Uitgeschakeld)
als u deze functie wilt uitschakelen.
Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de
wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt annuleren.
Hoofdstuk 3: De Wireless-G-breedbandrouter configureren
Tabblad Security (Beveiliging) - Firewall
Fragmentatie: het opdelen van een pakket in kleinere
eenheden bij verzending via een netwerkmedium dat het
oorspronkelijke pakketformaat niet ondersteunt.
Afbeelding 3-29: Tabblad Security (Beveiliging) - Firewall
Firewall: een verzameling verwante programma's op een
server van een netwerkgateway. Deze programma's
beschermen de netwerkbronnen tegen gebruikers van
andere netwerken
vpn: een veiligheidsmaatregel om gegevens te beschermen
zodra deze een netwerk verlaten en via internet naar een
ander netwerk gaan
22

Publicité

loading