Het installeren moet uitgevoerd worden door een be-
voegde installateur en volgens de instrukties van de
fabrikant. Een verkeerde aansluiting kan schade veroor-
zaken aan personen, dieren of dingen en voor deze ge-
vallen kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden ge-
steld.
Belangrijk: sluit altijd eerst de stroom af voordat u over-
gaat tot regelen, onderhoud enz.
Installeren inbouwovens
Voor een goede werking van het apparaat moet het meu-
bel de juiste kenmerken hebben. In de afbeelding vindt u
de afmetingen van de uitspaarruimte voor het plaatsen
onder de aanrecht of stapelbouw.
N.B.: Installatie voor aangifte energieverbruik
De achterwand van de uitspaarruimte moet verwijderd
worden voor het luchten Het is het beste als de oven op
twee houten randen steunt. Indien er een doorlopende
steunplaat aanwezig is moet deze van een opening wor-
den voorzien van minstens 45 x 560 mm.
INSTALLATIE
De wanden van aangrenzende kastjes moeten van hitte-
bestendig materiaal zijn. Vooral in het geval van kastjes
met fineer moet de lijm bestand zijn tegen een tempera-
tuur van 100 °C.
Volgens de veiligheidsnormen mogen de elektrische pa-
nelen na het installeren niet aanraakbaar zijn.
Alle beschermende onderdelen moeten zodanig zijn be-
vestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd zonder ge-
reedschap te gebruiken.
Voor het bevestigen van de oven aan het meubel opent u
de ovendeur en schroeft u hem vast met 4 houtschroeven
in de 4 gaten in de zijrand.
Elektrische aansluiting
De ovens die voorzien zijn van een driepolige voedigskabel
zijn gebruiksklaar voor wisselstroom met voltage en fre-
quentie zoals aangegeven op het typeplaatje (op het ap-
paraat) en in de gebruiksaanwijzing. De aarding van de
kabel is geel/groen.
Monteren voedingskabel
Opening klemmenbord:
•
Licht met een schroevendraaier de lipjes aan de zij-
kant van de deksel van het klemmenbord op;
•
trek de deksel van het klemmenbord open.
Het aansluiten van de kabel:
•
schroef de schroef van de kabelklem en de drie schroe-
ven van de contacten L-N-
•
bevestig de draden onder de kop van de schroefjes en
let op de kleuren: Blauw (N), Bruin (L), Geel/groen
•
zet de kabel vast in de kabelklem en sluit de deksel
Het aansluiten van de voedingskabel aan het net
Bevestig een stekker op de voedingskabel, die geschikt
is voor de lading die aangegeven wordt op het typeplaatje.
In het geval er een directe aansluiting aan het net plaats-
vindt, moet men tussen het apparaat en het net een
veelpolige schakelaar aanbrengen met een minimum af-
stand tussen de kontaktpunten van 3 mm. Deze moet aan
de lading aangepast zijn en aan de geldende normen vol-
doen (de geaarde kabel mag niet door de schakelaar on-
54
los
N
L