Capital Safety DBI SALA 8561233 Manuel page 68

6.0 ONDERHOUD - BEHANDELING - OPSLAG
6.1 Reinig het zijtoegangssysteem met een milde zeepoplossing of reinigingsmiddel. Overmatige ophoping van vuil,
teer enz. kan voorkomen dat het systeem goed werkt. Hebt u vragen over de conditie van uw zijtoegangsysteem
of twijfelt u over het gebruik ervan? Neem dan onmiddellijk contact op met Capital Safety. Raadpleeg de
instructies van de fabrikant voor de procedures voor het onderhoud, behandeling en opslag van de onderdelen
van het subsysteem.
6.2 Bijkomende service- en onderhoudsprocedures (d.w.z. vervangingsonderdelen) dienen uitgevoerd te worden
door een door de fabriek bevoegd dienstencentrum. Deze goedkeuring moet schriftelijk zijn.
7.0 TERMINOLOGIE
BEVOEGD PERSOON: Een persoon die door de werkgever aangewezen is om werk uit te voeren op een locatie
waar de persoon blootgesteld wordt aan een valgevaar (ook wel "gebruiker" genoemd voor het doel van deze
instructies).
REDDER: Persoon of personen anders dan de te redden persoon, die optreedt (optreden) om een geassisteerde
redding uit te voeren door middel van een reddingssysteem.
GECERTIFICEERDE VERANKERING: Een verankering voor systemen voor valopvang, positioneren, tegenhouden
of redding, waarmee een gekwalificeerde persoon gegarandeerd in staat is om de mogelijke valkrachten die tijdens
een val kunnen optreden te weerstaan, of die voldoet aan de criteria voor een gecertificeerde verankering als in
deze norm is voorgeschreven.
GEKWALIFICEERD PERSOON: Een persoon met een erkend diploma of professioneel certificaat en
met uitgebreide kennis, opleiding en ervaring in valopvang en redding, die in staat is om valopvang- en
reddingssystemen ontwerpen, analyseren, evalueren en te specificeren in de mate als door deze norm
vereist wordt.
DESKUNDIGE: Iemand die in staat is om bestaande en voorspelbare gevaren in de omgeving of
antihygiënische, gevaarlijke of riskante werkomstandigheden in kaart te brengen en die bevoegd is om directe
corrigerende maatregelen te nemen om deze gevaren en werkomstandigheden uit te bannen.
8.0 LABELING
8.1 Labels getoond in afbeelding 9 moeten stevig zijn bevestigd aan het zijtoegangssysteem en volledig
leesbaar zijn.
68