3.4.2 INSTALLATIE MET BEHULP VAN EEN TANKKRAAG
Externe aanpasbare tankkraag: De DBI-SALA geavanceerd externe tankkraag voor zijtoegangssystemen is
ontworpen om het zijtoegangssysteem te bevestigen aan de fl enzen van de mangaten. Zie afbeelding 5.
Stap 1:
Flensklemmen, afbeelding 5 (1), worden gebruikt om het middengedeelte aan het mangat te
bevestigen. De klemdiepte kan worden ingesteld. Gebruik de twee borgpennen (2) om de klemdiepte
vast te zetten.
Stap 2:
Plaats het middendeel (3) in positie op het mangat. Bevestig de twee verbindingsblokken van de
fl ensklemmen met de bijgeleverde sleutel.
Stap 3:
Centreer het middengedeelte in het mangat met behulp van niveau-indicatoren.
Stap 4:
De aanpasbare bevestigingsarmen gebruiken dezelfde klemmethode. Til de bevestigingsarm in positie
(4). Gebruik de borgpen om de arm vast te zetten in de gewenste positie. Zorg dat de pen volledig is
ingevoerd. Het schroefbeen (5) kan worden vastgezet tegen de bevestigingsarm. Het verbindingsblok
(6) kan worden vastgezet met de bijgeleverde sleutel (20,3
om de tweede bevestigingsarm te beveiligen.
Stap 5:
Schroef het lichaam van het zijtoegangssysteem (7) op de montagekraag. Bevestig het systeem in
de gewenste positie met de vier aangeleverde bouten. Beweeg van links naar rechts terwijl de bouten
worden geplaatst en vastgezet.
Stap 6:
Laat de arm van het zijtoegangssysteem op de armpaal zakken. Laat het zakken tot aan de rode
peilindicator op de armpaal (8), die het hoogste punt van de uitlooparm aangeeft. Zet de armpaal vast
op de juiste hoogte met behulp van een 3/4 inch moersleutel.
Stap 7:
Trek de pen uit de arm. Zet de arm op de juist plek en plaats de pen terug (9).
Stap 8:
Er kunnen aanpassingen worden gemaakt aan de lierbeugel voor alternatieve hoeken. Plaats de
digitale lier op de snelplaat en bevestig deze met de pen (10).
Stap 9:
Laat ongeveer 1,5 meter kabel vieren (11). Trek de snelsluitpennen eruit zodat de kabel zonder
obstructie door de arm kan schuiven en om de nodige aanpassingen te maken. Trek bij het vervangen
van de snelsluitpennen de kabel strak om er zeker van te zijn dat het niet vasthaakt aan de pennen.
WAARSCHUWING: Lees en volg de instructies van de fabrikant voor de bijbehorende apparatuur (d.w.z. een
volledige harnasgordel, zelfoprollende reddingslijn enz.) die wordt gebruikt in uw persoonlijke valstopsysteem.
3.4.3 LIERINSTALLATIE
Het zijtoegangssysteem kan worden uitgerust met maximaal twee digitale serie lieren met diverse
mogelijkheden voor touw, kabel, driveratio's en capaciteit. Toepassingen met gebruik van digitale 200 en 300
lieren, lieren met continue touwdoorvoer en/of lieren met touw of kabel van 9,5 mm (3/8 inch) of groter kunnen
speciale beugels of onderdelen vereisen.
Lieren kunnen worden gebruikt voor verschillende functies van toegang/evacuatie, redding, werkpositionering of
valbescherming. Raadpleeg de productliteratuur en specifi caties bij het selecteren van lieren om te voldoen aan
individuele functionele en regelgevende vereisten.
Installatie van een enkele lier (Alleen DBI-SALA digitale serie lieren):
Bij gebruik van een enkele lier voor toegang/evacuatie, redding en werkpositionering zal de lier gemonteerd
worden op de structuur met behulp van een platte snelmontageplaat (1) zoals weergegeven in afbeelding 6.
Stap 1:
(Zie afbeelding 6) Verwijder de pen om de lier te installeren (2). Schuif de haak op de lierarmplaat (3)
op de pen op de snelmontageplaat (4). Plaats de gaten op de twee platen op gelijke lijn en plaats de
pen weer terug (2).
Stap 2:
(Zie afbeelding 7) Draai de lierslinger (5) zodat ongeveer 1,8 mm reddingslijn wordt uitgestrekt, en
behoud doorlopend de spanning op de reddingslijn. Verwijder de twee positioneringspennen (6) van
het armverlengstuk. Schuif de secundaire armmontage (7) tot zijn kortste lengte. Rijg de reddingslijn
(8) over een van de achterste kabelrollers (9). Duw het door het midden van de armmontage.
Stap 3:
(Zie afbeelding 7) Wanneer de reddingslijn aan het einde van de arm komt, trek dan de karabijnhaak
uit via de kabeluitgangsopening, over de voorste kabelroller (10) aan dezelfde kant van de arm als
aan de achterzijde, en omlaag door het kabelgeleideroog (11).
). Dezelfde procedure wordt gebruikt
N·m
66