Beschrijving van het toestel
¹
¸
ON/OFF
ON/OFF
De aangegeven weergave- en bedienelementen worden als volgt aan-
geduid:
Stralingssensor
1
Digitale weergave
2
-knop, temperatuur
3
-knop, hellingshoek
4
-knop, tijd/datum
5
Batterijvak (achterzijde)
6
-knop, HOLD/ OK/ LOG
7
HOLD-weergave
8
Markering voor kompaspeiling
9
USB-bus
J
Bus (Link), voor andere BENNING-producten
K
Bus (PROBE), temperatuursensoren
L
Omgevingstemperatuursensor
M
Module-temperatuursensor
N
02/ 2012
BENNING SUN 2
Meten van de binnenvallende zonnestralen, de hellingshoek en de
kompaspeiling
Binnenvallende zonnestralen
µ
Binnenvallende zonnestralen
SUN 2
1. Toestel inschakelen en op het PV-module-oppervlak leggen.
2. De binnenvallende zonnestralen worden in de eenheid W/m² of
BTU/hr/ft² weergegeven.
Hellingshoek
1. Knop
2. De hellingshoek t.o.v. de horizontale lijn wordt op de LCD-display
weergegeven.
Nulregeling van de hellingshoek
1. Het toestel op een vlakke ondergrond leggen.
2. Knop
op de LCD-display knippert.
3. Knop
4. Het toestel 180° draaien en knop
waarde „-SET" op te slaan. De hellingshoek is op nul afgesteld. Op
OK
OK
de LCD-display wordt het symbool „Z" getoond.
HOLD
HOLD
5. Knop
te verlaten. Het symbool „Z" verdwijnt.
LOG
LOG
Kompaspeiling
1. Knop
2. Om de windrichting te bepalen, het toestel horizontaal houden.
Zodra de hellingshoek +/- 20° overschrijdt, verschijnt er "- - -" op
de LCD-display en een peiling is niet mogelijk.
3. De markering
die u wilt bepalen. De richting wordt in graden weergegeven:
0° = noorden, 90° = oosten, 180° = zuiden, 270° = westen
4. Houd er rekening mee dat metalen voorwerpen of geleiders waar
stroom doorheen vloeit, de meetnauwkeurigheid kunnen beïnvloe-
den.
2
02/ 2012
Hellingshoek
Kompaspeiling
voor hellingshoek/kompaspeiling indrukken.
4
4
gedurende > 5 sec. indrukken, totdat het symbool „Z"
opnieuw indrukken om de waarde „+SET" op te slaan.
4
opnieuw indrukken om de
4
opnieuw gedurende > 5 sec. indrukken om de afstelling
4
voor hellingshoek/kompaspeiling indrukken.
4
op de knop van het toestel in die richting houden,
9
BENNING SUN 2
Meting van de binnenvallende zonnestralen, module- en omge-
vingstemperatuur
Binnenvallende zonnestralen
PV-moduletemperatuur
Omgevingstemperatuur
Binnenvallende zonnestralen
1. Toestel inschakelen en op het PV-module-oppervlak leggen.
2. De binnenvallende zonnestralen worden in de eenheid W/m² of
BTU/hr/ft² weergegeven.
Module- en omgevingstemperatuur
1. De temperatuursensoren
M
en
aansluiten.
2. Knop
voor temperatuurmeting indrukken.
3
3. Contact maken tussen de module-temperatuursensor
PV-module en wachten tot de temperatuursensor de tempera-
tuur van de PV-module heeft aangenomen.
Weergave-eenheid wijzigen
1. Knop
gedurende > 5 sec. indrukken, totdat de weergave-
3
eenheid van de temperatuur knippert.
indrukken om de eenheid van de binnenvallende
3
zonnestralen of van de temperatuur te selecteren.
indrukken om tussen de eenheden °C of °F
4
5
resp. tussen W/m² of BTU/hr/ft² te wisselen.
4. Knop
(OK) indrukken om de afstelling op te slaan.
7
3
02/ 2012
BENNING SUN 2
N
op de BENNING SUN 2 ¹
N
en de
4