ieder moment door kort indrukken van de bevochtigertoets
c.q. ingeschakeld worden. Bij geactiveerde bevochtiger brandt het
groene controlelampje naast de bevochtigertoets.
•
Wanneer u de bevochtigertoets
ademluchtbevochtiger is aangesloten, schakelt de VENTIlogic deze
functie niet in.
5.5 Therapie in de TA-modus
In de TA-modus past het therapieapparaat zich aan uw persoonlijke ademritme aan.
Om een optimale aanpassing aan uw ademritme te bereiken, gaat u als volgt te
werk:
1. Zet het ademmasker op voordat u het therapieapparaat inschakelt.
Als uw ademritme tijdens de therapie verandert, herkent het therapieapparaat dit
automatisch en voert het een nieuwe analyse uit. Het symbool
het display. Adem ook tijdens deze fase normaal door. De druk wordt weer
gedurende 10-20 ademhalingen op 4 hPa gereduceerd. Zodra het apparaat uw
nieuwe ademritme heeft herkend, stelt het de therapiedruk in dit nieuwe ritme
beschikbaar.
Aanwijzing:
De softstart-functie is in de TA-modus niet beschikbaar.
132
indrukt zonder dat er een
2. Schakel het therapieapparaat in en adem nor-
maal door. Het symbool
display. Het apparaat stelt eerst een constante
druk van 4 hPa beschikbaar en analyseert uw
ademritme.
Zodra het apparaat uw ademritme heeft herkend
(na 10-20 ademhalingen), stelt het de voor-
geschreven therapiedruk precies in dit ritme
beschikbaar.
uit
A
verschijnt in het
A
A
verschijnt weer in
A