Problemen Oplossen - NORAUTO 2223453 Mode D'emploi

PROCEDURE VOOR HET STARTEN
Het starten van de motor vereist een grote hoeveelheid stroom en zal de componenten binnenin verwarmen.
Aan/uit-cycli van het starten van dit product MOETEN worden gevolgd.
De motor die moet worden gestart, moet in een goede mechanische staat zijn, omdat lang starten niet mogelijk is.
Wanneer er geprobeerd wordt om voertuigen te starten die zijn uitgerust met accu's met grote capaciteit of in een extreem klimaat
(koud), moet de accu ongeveer 15 minuten worden opgeladen om te voorkomen dat het apparaat een te hoge ampèrage krijgt en
de netvoeding onderbreekt.
OPGELET ! Het is niet mogelijk om de startfaciliteit te gebruiken die is aangesloten op een standaard 12 Amp voeding.
OM TE STARTEN:
1. Controleer de polariteit van de accupolen.
De accubehuizing heeft bij elke pool een markering: POSITIEF (POS, P, +) en NEGATIEF (NEG; N, -). OPMERKING: De
positieve accupool heeft meestal een grotere diameter dan de negatieve pool.
2. Sluit de POSITIEVE (RED) kabel aan op de juiste uitgangspool met de gewenste spanning.
3. Sluit de POSITIEVE (RODE) klem van de oplader aan op de POSITIEVE (POS, P, +) accupool.
Sluit de NEGATIEVE (zwarte) klem van de oplader aan op de NEGATIEVE (ZWART, N, -) accupool. Draai de klem heen en
weer om een goede verbinding te maken.
WAARSCHUWING : Kijk niet in de richting van de accu wanneer de definitieve verbinding wordt gemaakt.
4. Steek de netstekker van de oplader in een 220 volt stopcontact.
5. Schakel de oplader in en START vervolgens
6. Start de motor van de auto.
7. Schakel de oplader uit.
8. Koppel in omgekeerde volgorde de oplader van de auto los.
Als het voertuig met een poging niet start, stop dan binnen 3 seconden, zet de schakelaar naar "CHARGE" en wacht 120
seconden (2 minuten) voordat u het opnieuw probeert. 5 cycli maximaal

PROBLEMEN OPLOSSEN

Haal de stekker uit het stopcontact voordat u aanpassingen, service of onderhoud uitvoert.
STORING
Geen aan-/uitlampje wanneer
ingeschakeld (vóór gebruik).
Geen aan-/uitlampje wanneer
ingeschakeld (tijdens gebruik).
Aan-/uitlampje zonder uitgangsstroom.
ONDERHOUD
Na gebruik moet vuil of vet van het apparaat worden verwijderd voordat de draden worden opgerold en deze wordt opgeborgen in
een droge, schone omgeving buiten het bereik van kinderen.
OPRUIMEN
Selectieve ophaling van het elektrisch en elektronisch afval
Elektrische apparaten mogen niet worden weggeworpen met het huishoudafval.
Volgens de Europese Richtlijn 2012/19/UE voor het opruimen van elektrische en elektronische materialen en de
uitvoering ervan in het nationale recht moeten versleten elektrische producten afzonderlijk worden ingezameld en
worden opgeruimd in speciaal voorziene recyclagepunten. Richt u tot de plaatselijke autoriteiten of tot uw dealer om
adviezen te krijgen over de recyclage.
MOGELIJKE OORZAAK
Doorgebrande zekering in de netstekker
Oververhitting veroorzaakt dat de trage
zekering wordt geactiveerd
Zekering tegen overstroom doorgebrand. Controleer de zekering op het voorpaneel
12
OPLOSSING
Controleer en vervang met een identieke
zekering
Schakel het apparaat uit en laat de
oplader afkoelen. De zekering zal
zichzelf resetten.
en vervang deze, controleer de polariteit
van de aansluiting.