Stabilisatiestang; Transitwielen; Banden En Montage; Mogelijke Problemen - Quickie Neon Fixed Front Manuel D'utilisation

Stabilisatiestang

Stabilisatiestang (Fig. 4.52).
De rugleuning verkrijgt
zijn stabiliteit door de
stabilisatiestang. Om de rolstoel
te kunnen opvouwen, moet u
de knoppen (1) aan het einde
van de duwhendel losdraaien
en de stabilisatiestang
verwijderen. Hierna kunt u de
rolstoel gemakkelijk opvouwen.
Om de stabilisatiestang weer
terug te plaatsen, moet u de knoppen aandraaien, zodat
de stang weer op zijn plaats wordt vergrendeld.

Transitwielen

Transitwielen (Fig. 5.1)
Fig. 5.1
D
WAARSCHUWING!
Transitwielen mogen slechts tijdelijk worden gebruikt
en mogen niet als permanente vervanging voor de
achterwielen worden gebruikt.
1. Verwijderen van transitwielen
a. Trek de ontgrendelingsschroef eruit (D).
b. Verwijder de transitwiel (E) uit de houder (F).
c. Herhaal deze procedure aan de andere kant.
2. Aanbrengen van transitwielen in de houders.
a. Schuif de transitwiel (E) in de houder (F).
b. Breng de gaten op één lijn en in de positie die van
toepassing is op de maat van het achterwiel.
c. Vervang de ontgrendelingsschroef (D).
d. Herhaal deze procedure aan de andere kant. Beide
transitwielen moeten op gelijke hoogte worden
geplaatst.
3. Aanpassen van de transitwielen aan de hoek van het
frame. De uitlijning van de transitwielen moet zoveel
worden aangepast dat dit past bij de hoek van de
framerails. De bevestiging van de zwenkwielen biedt
twee gatenpatronen en vier posities.
4. Aanpassen van de configuratie:
a. Verwijder de schroef (D).
b. Draai de bevestiging van de zwenkwielen op het
gatenpatroon zodat het de kleinste positie geeft. Het
zwenkwiel moet altijd achter de middenlijn van de as
worden geplaatst.
c. Plaats de schroef terug (D) en draai aan tot 12 Nm.
d. Herhaal deze procedure aan de andere kant. Beide
transitwielen moeten onder dezelfde hoek worden
geplaatst.
102 NEON
Fig. 4.52
1
F
E

5.0 Banden en montage

Banden en montage
Zorg er altijd voor dat de druk van de banden correct
blijft want dat is nodig om de rolstoel goed te laten
presteren. Als er niet genoeg druk op de banden
staat, zal de rolweerstand toenemen waardoor u een
grotere inspanning moet leveren om de rolstoel voort
te bewegen; bovendien maakt een lage bandendruk de
rolstoel minder wendbaar. Als de bandendruk te groot is,
kan de band springen.
De juiste druk voor een bepaalde band staat vermeld op
het oppervlak van de band zelf.
De banden zijn op dezelfde manier op de velg aan te
brengen als gewone fietsbanden. Alvorens u een nieuwe
binnenband oplegt, moet u altijd controleren of er zich
geen vreemde voorwerpen bevinden op de basis van de
velg en de binnenzijde van de band. Controleer de druk
nadat u een band opgelegd of hersteld hebt. Het is voor
uw veiligheid en voor de goede werking van uw rolstoel
van erg groot belang dat de voorgeschreven luchtdruk
altijd gehandhaafd blijft en dat de banden in goede
conditie zijn.

6.0 Mogelijke problemen

Rolstoel trekt naar één kant:
• Controleer bandendruk
• Controleer of de wielen gemakkelijk draaien
(kogellagers, as)
• Controleer of beide voorwielen de grond goed raken.
De rolstoel past niet in de steun
• De stoel is nog nieuw, of de zitting of rugleuning zijn
nog stijf; dit wordt beter door veelvuldig gebruik.
Het is moeilijk om de rolstoel in te klappen
• De verstelbare rugleuning met band is te stijf; maak
deze een beetje losser.
Rolstoel piept en rammelt
• Controleer of alle bouten vast zitten; draai ze indien
nodig vast (Zie de pagina over de koppelsleutel)
• Breng een kleine hoeveelheid olie aan op de
bewegende delen.
De rolstoel wiebelt:
• Controleer de hoeken van de zwenkwielen
• Controleer bandendruk
• Controleer of de achterwielen anders zijn aangepast.
:
:
: