Table des Matières
Publicité
VERBINDINGEN
2.1 MICROFOON/TELEFOONINGANG
Het apparaat beschikt over een elektronisch gebalanceerde ingang met
een gevoeligheidskeuze van twee niveaus en de mogelijkheid van
automatische voorrang op de PROG.- en AUX-ingangen. De signaalbron
(microfoon, radio-ontvanger, telefooncentrale enz) moet of verbonden zijn
met het chassisdeel [11] (van het type CANNON XLR, zie fig. 2.1.1 voor
de verbindingen) of met de klemmen "TEL. BAL." van het klemmenbord
[12] (zie verbindingen en opmerkingen in fig. 2.1.2). De
ingangsgevoeligheid kiest men via de schakelaar [10] (volg de
aanwijzigingen van de tekst onder de schakelaar). Het signaalniveau kan
geregeld worden met de bijbehorende regelknop [2] op het voorpaneel.
Een elektronisch (VOX) circuit neemt de aanwezigheid van het signaal bij
de ingang waar en brengt automatisch de PROG.- en AUX-ingangen tot
zwijgen. Het circuit wordt automatisch uitgeschakeld zodra het signaal bij
deze ingang ontbreekt. De gevoeligheid van het VOX-circuit kan geregeld
worden met behulp van de draaiknop VR2 (dat zich op de plaat van het
ingangencircuit bevindt). Met deze regelknop kan tevens de werking
uitgesloten worden (minimumgevoeligheid).
Opmerking: met deze ingang kan niet meer dan één bron tegelijk
verbonden worden.
2.2 PROGRAMMA- EN HULPINGANGEN
De versterker beschikt voor verbinding met muziekbronnen over de
"PROG."- en "AUX."-ingangen. De "PROG."-ingang ,waarvan de contacten
beschikbaar zijn op het klemmenbord [12], is elektronisch gebalanceerd
en heeft een nominale gevoeligheid van 200 mV, terwijl de "AUX."-ingang
[9] met een nominale gevoeligheid van 100 mV niet-gebalanceerd is. Voor
de verbindingen wordt verwezen naar respectievelijk figuur 2.1.2 en 2.2.1.
Met de middelste nulregelknop [1] kan het niveau van de twee ingangen
gekozen en gedoseerd worden: indien de knop tegen de wijzers van de
klok in wordt gedraaid kiest u de PROGRAM-ingang, draait u hem met
de wijzers van de klok mee dan kiest u de AUX-ingang. Met de knop op
de middenstand worden de uitgangsniveaus van de twee ingangen op
nulstand gezet.
2
3
MIC.
2
3
AUX.
AUX.
11-437A.p65
19
1 : scherm / blindaje
1
2 : signaal (warme kant) / señal (lado caliente)
3 : signaal (koude kant) / señal (lado frío)
: scherm / blindaje
: signaal (koude kant) / señal (lado frío)
COM.
1
HOT
: signaal (warme kant) / señal (lado caliente)
OPMERKING: in geval van verbinding met een niet-gebalanceerde bron, moeten de klemmen
retour en
worden.
NOTA: en caso de conexión a una fuente no balanceada, los terminales
conectarse entre sí y deben utilizarse como terminales de masa.
HOT
HOT
: signaal (warme kant) / señal (lado caliente)
GND
: scherm / blindaje
OPMERKING: In geval van verbinding met een zwak audiosignaal doet het er niet
toe welke van de twee chassisdelen gebruikt wordt.
NOTA:
para conectar una fuente monofónica pueden utilizarse
GND
indiferentemente cualquiera de los dos enchufes.
2
CONEXIONES
2.1 ENTRADA MICRÓFONO/TELÉFONO
El aparato tiene una entrada balanceada electrónicamente cuya
sensibilidad puede seleccionarse entre dos niveles y ofrece la posibilidad
de precedencia automática sobre las entradas PROG. y AUX. La fuente
de señal (micrófono, radioreceptor, centralita telefónica, etc.) debe
conectarse al enchufe [11] (tipo CANNON XLR-3, ver fig. 2.1.1 de las
conexiones) o a los terminales "TEL. BAL." de la regleta [12] (ver
conexiones y notas en la fig. 2.1.2); la sensibilidad de entrada se
selecciona con el desviador [10] (siga las indicaciones que se leen en la
serigrafía ubicada debajo del desviador). El nivel de la señal se regula
con el control [2] del panel frontal. Un circuito electrónico (VOX) detecta
la existencia de una señal en la entrada y, en tal caso, silencia
automáticamente las entradas PROG. y AUX. El circuito si desactiva
automáticamente apenas cesa la señal en dicha entrada. La sensibilidad
del circuito VOX puede regularse con el control rotatorio VR2 ubicado
sobre la placa del circuito de entradas; este control permite además la
exclusión del funcionamiento (sensibilidad mínima).
Nota: a esta entrada no es posible conectar simultáneamente más
de una fuente.
2.2 ENTRADAS PROGRAMA Y AUXILIARES
Para conectar fuentes musicales el amplificador dispone de las entradas
"PROG." y "AUX.". La entrada "PROG.", cuyos contactos se encuentran en
la regleta [12], está balanceada electrónicamente y su sensibilidad
nominal es de 200 mV, la entrada "AUX." [9] no está balanceada y su
sensibilidad nominal es de 100 mV. Para las conexiones ver
respectivamente las figuras 2.1.2 y 2.2.1.
El control de cero central [1] permite seleccionar y regular el nivel de
ambas entradas; para seleccionar la entrada PROGRAM gírelo en sentido
antihorario, para seleccionarla entrada AUX en sentido horario. Con la
manilla en la posición central los niveles de salida de ambas entradas
son nulos.
Fig. 2.1.1
COM.
aarde onderling verbonden worden en als massa-klem gebruikt
Fig. 2.1.2
Fig. 2.2.1
11/12/98, 11.34
COM.
y
deben
19
Publicité
Table des Matières
