e. Vermijd dat het mes te snel wordt aangevoerd. Het mes kan wegstuiteren van het materiaal dat wordt
gemaaid als het mes sneller wordt aangevoerd dan dat het kan snijden.
f.
Maai alleen van rechts naar links.
g. Houd het pad dat u volgt vrij van materiaal dat al gemaaid is en van ander puin.
6. Hoe u de controle het best kunt behouden:
a. Houd het toestel stevig met beide handen vast. Een stevige houdgreep kan helpen om het stuiteren te
neutraliseren. Houd zowel uw rechter- als uw linkerhand volledig rond de respectieve handgrepen.
b. Spreid beide voeten in een comfortabele stand en klaar om eventueel stuiteren van het toestel op te
vangen. Reik nooit te ver. Zorg dat u stevig op beide voeten en in evenwicht staat.
MAAIWERK (DRAADKOPGEBRUIK)
WAARSCHUWING
1. Draag altijd oogbescherming, zoals een veiligheidsbril. Ga nooit over de draaiende maaikop hangen.
Stenen of ander puin kunnen in uw ogen en gelaat worden geslingerd en ernstig letsel veroorzaken.
2. Laat tijdens de werking van het toestel altijd de beschermkap op het maaiopzetstuk.
GRAS EN ONKRUID MAAIEN
Denk er altijd aan dat de TIP van de draad het snijwerk doet. U zult betere resultaten verkrijgen door de draad niet
in de snijzone te proppen. Laat het toestel op zijn eigen tempo maaien.
1.Houd het toestel zodanig dat de kop niet op de grond komt en ongeveer 20 graden gekanteld is naar de
zwaairichting.
2.U kunt vermijden dat afval wordt opgesmeten door van links naar rechts te zwaaien
3.Werk langzaam en gericht om dik gras te maaien. De snelheid van het maaien zal afhangen van het te maaien
materiaal. Voor dik gras moet langzamer worden gewerkt dan voor dun gras.
4.Zwaai nooit te hard met het toestel, zodat u uw evenwicht of de controle over het toestel niet verliest.
5.Probeer de maaibeweging met de heup te controleren in plaats van de hele werklast op uw armen en benen te
brengen.
6. Neem voorzorgen om te vermijden dat draad, gras en dood, droog, lang onkruid zich rond de kopas wikkelen.
Die materialen kunnen de kop doen vastlopen en de koppeling doen slippen, wat resulteert in schade aan het
koppelingssysteem indien dit vaak gebeurt.
DE DRAADLENGTE AANPASSEN
• Uw bosmaaier is uitgerust met een semi-automatische nylon draadkop waarmee de bediener de draad kan
uittrekken zonder dat hij de motor moet doen stoppen. Wordt de draad kort, stoot dan zacht met de kop tegen de
grond terwijl de motor op volle kracht werkt.
Telkens de kop ergens tegenaan stoot, wordt de draad ongeveer 25 mm uitgetrokken. Voor een beter effect, stoot
met de kop op onbegroeide grond of harde bodem. Vermijd stoten in dik, lang gras, aangezien de motor dan kan
afslaan door overbelasting.