9. GASOHOL – De rubberen en/of plastic onderdelen kunnen beschadigd geraken en de motorsmering kan
verstoord worden.
10. OLIE VOOR 4-TAKTMOTOR – Kan vervuiling van ontstekingsbougie, blokkering van uitlaatpoort, of kleven
van zuigerring veroorzaken.
11. Gemengde brandstoffen die gedurende een maand of meer niet werden gebruikt, kunnen de carburateur
verstoppen, zodat de motor niet goed meer zal werken.
12. Moet het product voor een lange tijd worden bewaard, reinig dan de brandstoftank nadat u ze hebt
leeggemaakt. Zet de motor aan en laat de samengestelde brandstof af uit de carburateur.
13.
Breng een gebruikt reservoir van gemengde olie altijd naar een erkende afvalverwerkingsplaats.
OPMERKING
Voor gegevens over de kwaliteitswaarborg, lees zorgvuldig de beschrijving in het hoofdstuk Beperkte Waarborg.
Bovendien zijn normale slijtage en veranderingen in het product die geen invloed hebben op de werking niet
gedekt door de waarborg. Weet ook dat als de instructies uit de gebruikershandleiding over het brandstofmengsel
enz. niet worden gevolgd, het gebruik misschien niet door de waarborg wordt gedekt.
8. WERKING
MOTOR AANZETTEN
WAARSCHUWING
De maaikop zal beginnen draaien zodra de motor is aangezet.
1. Giet brandstof in de brandstoftank en zet de dop stevig vast.
brandstof
2. Zet het toestel op een vlakke, stevige ondergrond. Houd de maaikop verwijderd van de grond en van
omringende voorwerpen, aangezien hij zal beginnen draaien zodra de motor start.
3. Druk verschillende keren op de aanzuigpompbal totdat er brandstof in de transparante buis loopt.
Aanzuigpompbal
4. Zet de chokehendel in de gesloten stand.
Chokehendel
5. Zet de stopschakelaar in de "I" stand. Zet de gashendel in de startpositie (1
Plaats het toestel op een vlakke, stevige ondergrond.
Houd de maaikop vrij van alle omringende voorwerpen.
EN
Start
Stop
Throttle
Switch
Half throttle lock
Throttle lock
6. Houd het toestel stevig vast en trek snel aan het starttouw totdat de motor aanslaat.
WAARSCHUWING
Het product is uitgerust met een centrifugaal koppelingmechanisme, zodat het maaiopzetstuk begint te
draaien zodra de motor is aangezet door de gashendel in de startpositie te brengen. Om de motor te
starten, zet het product op een vlakke ondergrond zonder obstakels en hou het stevig op zijn plaats, zodat
het maaielement noch de gashendel in contact kunnen komen met een obstakel wanneer de motor start.
BELANGRIJK
• Trek het touw niet volledig uit of laat het niet terugkeren door de knop los te laten. Door dergelijke acties kan
de starter verstoord geraken.
14. Verplaats de chokehendel naar beneden om de choke te openen. Herstart de motor.
15.
Laat de motor enkele minuten warmlopen voordat u met het toestel begint te werken.
OPMERKING
3. Zet u de motor onmiddellijk nadat u hem uitzette opnieuw aan, laat de choke dan open.
4. Door overmatig choken zal de motor misschien slecht starten door een teveel aan brandstof. Wil de motor na
verschillende pogingen niet starten, open dan de choke en trek opnieuw aan het touw, of verwijder de
ontstekingsbougie en maak ze droog.
Gesloten
Open
2
3).
NL
Start -> Stop
Gashendel
Schakelaar
Halve vergrendeling gashendel
Vergrendeling gashendel