Zorg ervoor dat de slagmoersleutel is aangesloten op de luchtdrukbron met een juiste reeks
systeemcomponenten en dat de slang, filters en verbindingskoppelingen goed passen en in
goede staat zijn. Het leidingmodel hieronder dient slechts ter referentie.
1
2
1 Snelkoppelaansluiting
2 Snelkoppeling
3 Luchtslang
4 Smeerpot
• Controleer of de persluchttoevoer schoon en droog is.
• Stel de drukregelaar van de compressor in op 6,2 bar (90 psi).
• Zet de compressor niet aan voordat u gereed bent om de slagmoersleutel te gebruiken.
b) Vooruit en achteruit instellen
• Zet de ventielschakelaar (A7) op F om de draairichting op vooruit (rechtsom) in te stellen.
• Zet de ventielschakelaar (A7) op R om de draairichting op achteruit (linksom) in te stellen.
c) Luchtregelaar (aanhaalmoment aanpassen)
62
3
1
• Er zijn drie aanhaalmomenten voor vooruit en één voor achteruit.
De slagmoersleutel werkt op maximaal vermogen in achteruit.
Max. aanhaalmoment losdraaien 1.756 Nm.
• Zet de draaiknop van het regelventiel (A6) op het gewenste
aandraaimoment.
- Hoe kleiner de cirkel, hoe lager het aandraaimoment.
- Gebruik de laagste instelling die de taak zal uitvoeren.
2
4
5
6
5 Regelaar
6 Filter
7 Afsluitventiel
7
Compressor