Sime ATLANTIS HM ErP Serie Manuel D'utilisation page 74

hoger is dan 2,8 bar, stopt de ketel en ver-
schijnt op het display de storing ALL 03.
– STORING SONDE SANITAIR "ALL 04"
(Afb. 23/3)
Wanneer de sonde van het sanitair (SS)
geopend of in kortsluiting is, werkt de
ketel wel maar voert geen modulatie van
het vermogen in fase sanitair uit. Op het
display verschijnt de storing ALL 04.
– STORING SONDE AANVOER VERWAR-
MING "ALL 05" (Afb. 23/4)
Wanneer de sonde voor aanvoer van de
verwarming (SM) geopend of in kortslui-
ting is, stopt de ketel en verschijnt op het
display de storing ALL 05.
– BLOKKERING VLAM "ALL 06" (Afb.
23/5)
Wanneer de vlamcontrole geen vlam
aanwezig detecteert op het einde van
een volledige sequentie voor inschakeling
of als de kaart om een andere reden de
vlam niet meer ziet, stopt de ketel en
verschijnt op het display de storing ALL
06. Druk op de toets
2
74
ningen (2) om de ketel opnieuw te doen
starten.
– STORING VEILIGHEIDSTHERMOSTAAT
/ LIMIET "ALL 07" (Afb. 23/6)
Het openen van de lijn van de aansluiting
met de veiligheidsthermostaat/limiet
bepaalt het stoppen van de ketel, de vlam-
Afb. 23/2
controle blijf t gedurende een minuut
wachten op het sluiten van de lijn en houdt
de pomp van de installatie gedurende
deze tijdsspanne geforceerd aan. Als de
thermostaat sluit vóór deze minuut is ver-
streken, dan zal de ketel de normale
werkingsstatus hervatten; indien dit niet
het geval is, dan stopt de ketel en ver-
schijnt op het display de storing ALL 07.
Druk op de toets (
ningen (2) om de ketel opnieuw te doen
starten.
Afb. 23/3
Afb. 23/4
– STORING PARASIETVLAM "ALL 08"
(Afb. 23/7)
Wanneer de sectie voor vlamcontrole de
aanwezigheid van een vlam detecteert,
zelfs tijdens de fasen waarin er geen
van de bedie- vlam zou moeten zijn, betekent dit dat er
zich een defect heeft voorgedaan in het
circuit voor vlamdetectie; de ketel stopt
en op het display verschijnt de storing
ALL 08.
– STORING WATERCIRCULATIE "ALL 09"
(Afb. 23/8)
Geen watercirculatie in het primaire cir-
cuit. Als de storing zich bij de eerste aan-
vraag voordoet, voert de ketel tot maxi-
mum drie pogingen uit om de aanwezi-
gheid van water in het primaire circuit te
Afb. 23/5
verzekeren, daarna stopt de ketel en op
) van de bedie-
2
Afb. 23/6
Afb. 23/7
het display verschijnt de storing ALL 09.
Als de storing zich tijdens de normale
werking voordoet, verschijnt de storing
ALL 09 onmiddellijk op het display, de
brander gaat uit en de pomp van de
installatie en eventueel de pomp van de
boiler blijven nog 1 minuut lang aan. In dit
geval heeft er zich een bruuske tempera-
tuursverhoging in de ketel voorgedaan.
Controleer of er in de ketel circulatie is
en controleer of de pomp correct werkt.
Om de storing te verlate,, drukt men op
de toets van de bedieningen (2).
Indien de storing zich opnieuw voordoet,
moet men interventie van de bevoegde
technische dienst aanvragen.
2
Afb. 23/8
– STORING HULPSONDE "ALL 10" (Afb.
23/9)
KETEL MET ACCUMULATIE: Storing sonde
boiler (SB). Wanneer de sonde van de boi-
ler geopend of in kortsluiting is, verschijnt
op het display de storing ALL 10. De ketel
werkt wel maar voert geen modulatie van
het vermogen in fase sanitair uit.
KETEL ENKEL VERWARMING: Storing
antivriessonde (SA) bij ketels die het
gebruik van de antivriessonde voorzien.
Wanneer de sonde geopend of in kort-
sluiting is, verliest de ketel een deel van
de antivrieswerking en verschijnt op het
display de storing ALL 10.
KETEL MET AANSLUITING OP SOLARIN-
STALLATIE: Storing sonde ingang sanitair
(ST). Wanneer de sonde geopend of in
kor tsluiting is, verlies t de ket el de
solarwerking en verschijnt op het display
de storing ALL 10.
– INTERVENTIE SONDE ROOKGASSEN
"ALL 13" (Afb. 23/10)
Wanneer de sonde van de rookgassen (SF)
in werking treedt, stopt de ketel en ver-
schijnt op het display de storing ALL 13.
Druk op de toets van de bedieningen
Afb. 23/9