Gebruikershandleiding
ENERGIE
Module ontwikkeld voor energie-besparend lassen, in het kader van het uitvoeren van een LMB. Met deze module kunt u, naast het tonen van de
energetische waarden na het lassen, de thermische coëfficiënt instellen volgens de gebruikte norm : 1 voor de normen ASME en 0.6 (TIG) of 0.8
(MMA/MIG/MAG) voor de Europese normen. In het getoonde energieverbruik wordt deze coëfficiënt meegenomen.
PUSH-PULL TOORTS (OPTIONEEL)
Art. code
Draad diameter
044111
0.6 > 1.0 mm
046283
0.6 > 1.2 mm
Een Push-Pull toorts kan worden aangesloten op de generator met behulp van een connector (l-13). Met dit type toorts kan AISi draad worden
gebruikt, zelfs met een Ø 0.8 m met een toorts met een lengte van 8m. Deze toorts kan worden gebruikt in alle MIG-MAG las-modules.
Het apparaat herkent de Push-Pull toorts na een eenvoudige druk op de trekker.
Bij gebruik van een Push-Pull toorts met potentiometer kan de lasser via de bediening de maximum waarde van het instelbereik ingeven.
Met de potentiometer kan de lasser tussen 50% en 100% ten opzichte van die waarde variëren.
AFWIJKINGEN, OORZAKEN, OPLOSSINGEN
SYMPTOMEN
De draadaanvoer is niet constant.
De motor van het draadaanvoersysteem werkt
niet.
Slechte draadaanvoer.
Slechte of geen lasstroom.
De draad loopt vast na de rollers.
De lasrups is poreus.
Zeer grote vonkdelen.
Vertaling van de originele handleiding
Lengte
Type koelsysteem
4 m
8 m
MOGELIJKE OORZAKEN
Spatten verstoppen de opening
De draad wordt niet goed door de rollen mee-
genomen.
Eén van de rollen draait niet goed.
De kabel van de toorts zit gedraaid.
De rem van de spoel of van de rollen zit te
strak.
De mantel die de draad leidt is vuil of bescha-
digd.
De pin van de as van de rollen mist
De rem van de draadspoel is te strak afges-
teld.
Stopcontact en/of stekker zijn niet correct
aangesloten.
Slechte aarding.
Geen vermogen.
De mantel die de draad leidt is geplet.
De draad blokkeert in de toorts.
Geen capillaire buis.
De snelheid van de draadaanvoer is te hoog.
De gastoevoer is te laag.
De gasfles is leeg.
De kwaliteit van het gas is onvoldoende.
Tochtstroom of invloed van de wind.
Gasbuis is vies.
Slechte draadkwaliteit.
Het las-oppervlak is van slechte kwaliteit
(roest enz.)
Het gas is niet aangesloten.
Boogspanning is te laag of te hoog.
Slechte aarding.
Beschermgas is onvoldoende.
lucht
lucht
Maak de contact-tip schoon of vervang deze,
breng anti-hechtmiddel aan.
Breng een anti-hechtmiddel aan.
Controleer de instelling van de schroef van de
roller.
De kabel van de toorts moet zo recht mogelijk
lopen.
Stel de rem en de rollen losser af.
Reinigen of vervangen.
Breng de pin weer in de houder
Stel de rem losser af.
Controleer de aansluiting en kijk of deze cor-
rect op het stroomnet is aangesloten.
Controleer de massa kabel (de aansluiting en
de staat van de klem).
Controleer de trekker van de toorts.
Controleer de mantel en de toorts.
Vervangen of schoonmaken.
Controleer de aanwezigheid van de capillaire
buis.
Verlaag de aanvoersnelheid van de draad.
Regelbereik tussen 15 en 20 L/min.
Reinigen van het basismetaal.
Vervangen.
Vervangen.
Voorkom tocht, scherm het lasgebied goed af.
Maak de gasbuis schoon of vervang deze.
Gebruik een lasdraad dat geschikt is voor
MIG-MAG lassen.
Maak voor het lassen het werkstuk schoon.
Controleer of het gas aangesloten is aan de
ingang van de generator.
Lasinstellingen controleren.
Controleer en plaats de massaklem zo dicht
mogelijk bij de laszone.
Gastoevoer aanpassen.
AUTOPULSE M1 - M2 - M3
OPLOSSINGEN
79