Zuigslang met zuigzeef uit de buis trek-
ken.
Het volledige reservoir reinigen en op-
nieuw monteren.
Eerste inbedrijfstelling uitvoeren (zie
hoofdstuk „Eerste inbedrijfstelling") zo-
dat het zuigsysteem ontlucht en het
zoutreservoir gevuld wordt.
Injector regelventiel
Tijdens een onderhoud is het aanbevelens-
waardig om de injector en de injectorzeef
van het regelventiel te reinigen.
1 Injectorzeef
2 O-ring
3 Injector
4 Injectorkap
Afsluitklep van de watervoorziening
sluiten.
Systeem drukvrij maken door de pro-
grammaknop in stand positie 2 - Terug-
spoelen te brengen.
Injectorzeef reinigen:
injectorzeef losschroeven en reinigen.
O-ring met siliconevet smeren.
Injector reinigen:
Injectorkap losschroeven, injector met
tang verwijderen en reinigen.
Alles opnieuw inbouwen.
Afsluitklep van de watervoorziening
openen.
Zuigslang ontluchten:
Eerste inbedrijfstelling uitvoeren of re-
gelventielklep 1 indrukken.
Bijlage
Detail regelventiel
1 Luchtafsluitklep
2 Vlotterkogel
3 Zuigslang (rood)
4 Zouthoeveelheidsregelaar
Vooringesteld, verstelling niet toege-
staan
Regelventielkleppen
De aansturing van de regelventielkleppen
gebeurt via de nokken van de nokkenas
(niet afgebeeld) van het programmadeel.
1 Brijn (ontluchting zuigslang)
2 Inlaat
3 Uitlaat
4 Bypass
5 Terugspoelen/afvoer
6 Spoelen/afvoer
Functie regelventielklep
1 Kleppenhuis
2 Ventielklep gesloten
3 Ventielklep open
4 Nok (nokkenas)
Beschrijving luchtafsluitklep
1 Vlotterkogel in stand open
2 Vlotterkogel in stand gesloten (lucht in
luchtafsluitklep)
3 Zuigslang (rood)
Wanneer het zoutreservoir leeg is, zuigt de
zuigslang lucht in de luchtafsluitklep. De
vlotterkogel gaat naar beneden en sluit de
klep.
Luchtafsluitklep ontluchten: Zoutreser-
voir vullen, dan eerste inbedrijfstelling
uitvoeren.
Als er zich in de luchtafsluitklep lucht be-
vindt zonder dat het zoutreservoir leeg is, is
het zuigsysteem niet juist ontlucht.
Luchtafsluitklep ontluchten: Eerste in-
bedrijfstelling vanaf stap 5 herhalen.
4
-
NL
27