Eerste ingebruikneming
Beide aansluitingen van de adapter re-
gelventiel met slang verbinden.
WS regeneratiestation voorbereiden
voor bedrijf
1 Afsluitklep van de watervoorziening
sluiten.
2 Afdekkap van het regelventiel wegne-
men. Het programmadeel (nokkenas
en regelventielkleppen) van het regel-
ventiel wordt zichtbaar.
Regelventiel in stand „Bedrijf, positie 1"
brengen.
Daartoe de rode programmaknop van
het programmadeel indrukken en tege-
lijkertijd op de nokkenas tegen de klok
draaien tot de pijl van de programmak-
nop uit „Bedrijf, positie 1" staat.
3 Afsluitklep van de watervoorziening
openen.
4 Programmaknop door draaien van de
nokkenas in de stand „Terugspoelen,
positie 2" brengen.
Instructie: Door de afvalwateraanslui-
ting ontsnapt nu water en lucht. Na ca.
1 minuut de programmaknop verder-
draaien.
5 Programmaknop kort voor de stand
„Opvullen en schoonwassen, positie 4"
brengen. Daartoe de rode programma-
knop van het programmadeel indruk-
ken en nokkenas tegen de klok draaien.
6 Het programmadeel zelfstandig in de
stand „Bedrijf, positie 1" laten komen.
Instructie: Dat duurt ca. 15 minuten, in
die tijd vult de luchtafsluitklep zich met
water en vult door de zuigslang het
zoutreservoir.
Wanneer de stand „Bedrijf, positie 1"
bereikt is, de programmaknop in stand
„Regenereren wassen, positie 3" draai-
en. Het regelventiel zuigt en het water-
peil in het zoutreservoir daalt langzaam
tot het leeg is. Leeg komt overeen met
een waterpeil van ca. 7 cm.
Belangrijk: Indien het zoutreservoir
niet wordt leeggezogen, is het zuigsy-
steem onvoldoende ontlucht en bevindt
er zich lucht in de luchtafsluitklep. In dat
26
geval moet nogmaals met stap 5 be-
gonnen worden.
7 Ten slotte de programmaknop kort voor
de stand „Opvullen en schoonwassen,
positie 4" brengen en zelfstandig in
stand „Bedrijf, positie 1" laten komen.
Instructie: Het zoutreservoir wordt
daarbij opgevuld. Wanneer het water
boven de zeefbodem in het zoutreser-
voir staat, kan zout gevuld worden.
8 Afdekkap van het regelventiel opnieuw
aanbrengen.
9 Waterreservoir met minstens 5 kg zout
vullen.
Instructie: Het zoutreservoir kan volle-
dig gevuld worden, het zoutverbruik
stijgt daardoor niet.
Voorzichtig
Geen vee- of strooizout gebruiken!
Enkel zout conform DIN 19604 gebrui-
ken.
Ons zout voldoet aan die vereisten (be-
stelnr. 6.287-016.0 - 25 kg).
Na de beëindiging van die werkzaamheden
is het WS regeneratiestation bedrijfsklaar.
Regeneratie
WS 50 / WS 100 regenereren
1 Regelventiel
2 Verbindingsslang 1
3 Ingang wisselaar
4 Uitgang wisselaar
5 Verbindingsslang 2
6 Startknop
7 Ontluchtingsventiel
8 Meetklok
WS 50 / WS 100 aansluiten
WS 50 of WS 100 naast WS regenera-
tiestation plaatsen.
Afsluitklep van de watervoorziening
sluiten.
Verbindingsslang 1 met ingang wisse-
laar en aansluiting regelventiel verbin-
den.
Verbindingsslang 2 met uitgang wisse-
laar en aansluiting regelventiel verbin-
den.
Afsluitklep van de watervoorziening
openen.
3
-
NL
Wisselaar ontluchten, daartoe de ont-
luchtingsklep openen en lucht aflaten.
Vervolgens klep sluiten.
Regeneratie
Rode startknop indrukken. De regene-
ratie verloopt door het programmadeel
van het regelventiel automatisch. Duur
ca. 2 uren.
Instructie: De afzonderlijke functies
kunnen ook manueel geselecteerd wor-
den, zie hoofdstuk „Programmadeel re-
gelventiel".
Voorzichtig
Zout altijd tijdig navullen, per regenera-
tie wordt ca. 5 kg verbruikt.
Ten laatste zout navullen wanneer na
het wegnemen van het deksel water bo-
ven het zout zichtbaar is.
Als het zoutreservoir volledig leeg komt
te staan, mislukt de regeneratie.
WS 50 / WS 100 scheiden
Na geslaagde regeneratie:
Afsluitklep van de watervoorziening
sluiten.
Wisselaar ontluchten, daartoe de ont-
luchtingsklep openen en lucht aflaten.
Vervolgens klep sluiten.
Verbindingsslang 1 van aansluiting re-
gelventiel trekken en op meetklok ste-
ken.
Verbindingsslang 2 van wisselaar trek-
ken en op regelventiel steken.
De regeneratie is beëindigd.
Na een geslaagde regeneratie moet
een zachtwaterbepaling uitgevoerd
worden.
Zie daartoe in de gebruiksaanwijzing
WS 50 / WS 100 het hoofdstuk Wisse-
laar.
Onderhoud
Algemene aanwijzingen
Gevaar
Verwondingsgevaar!
Apparaat enkel met veiligheidsbril be-
dienen, onderhouden en reinigen.
Contactdozen staan onder druk, vooral-
eer de contactdozen worden losge-
maakt, moet de installatie drukvrij
geschakeld worden.
Gevaar voor bevriezing
Voorzichtig
Het station mag niet blootgesteld wor-
den aan vorst. Bij het opstellen van het
station moet gelet worden op een juiste
keuze van de opstelplaats.
Onderhoudswerkzaamheden
Zoutreservoir reinigen
minstens 1x jaarlijks:
zoutpeil in zoutreservoir laten zakken
tot water boven het zout zichtbaar
wordt.
Het resterende zout verwijderen.