Solo 461 Notice Originale page 26

- NEDERLANDS -
Gebruiksaanwijzing
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
1. Veiligheidsvoorschriften en algemene
instructies
 Als voorwaarde voor het voorgeschreven gebruik
van de spuit geldt dat deze handleiding wordt
opgevolgd.
 De drukspuit moet iedere keer voordat hij wordt
gebruikt worden gecontroleerd.
 Deze drukspuit is geschikt voor het spuiten van
toegestane, vloeibare estrijdingsmiddelen tegen
plantenziekten en ongedierte en
onkruidvernietigende middelen, maar ook vloeibare
meststoffen die te koop zijn in de geautoriseerde
vakhandel. Wij adviseren uitsluitend de door de
BBA (Biologische Bundesanstalt) toegelaten
bestrijdingsmiddelen tegen plantenziekten te
gebruiken.
 In particuliere huishoudens zijn voor de reiniging
en het onderhoud ook oplosmiddelvrije
vensterreinigers, autowas en
conserveringsmiddelen geschikt.
 De drukspuit moet worden gereinigd als er van
spuitmiddel wordt veranderd. Hierdoor worden
eventuele chemische reacties voorkomen.
 Gebruik geen vloeistoffen boven 40 C.
 Vanwege lichamelijke risico's mogen met deze
drukspuit uitsluitend de bovengenoemde vloeibare
middelen worden gespoten. Desinfectie- en
impregneermiddelen mogen niet worden gebruikt.
 Laat de gevulde en onder druk staande drukspuit
nooit gedurende vrij lange tijd zonder toezicht
staan.
 Om veiligheidsredenen mogen kinderen en
jeugdige personen beneden 16 jaar en personen
die niet vertrouwd zijn met deze handleiding deze
drukspuit niet gebruiken.
 Kinderen moeten uit de buurt van de drukspuit
worden gehouden.
 De gebruiker is verantwoordelijk ten opzichte van
derden.
 Vóórdat iedere component wordt gedemonteerd en
voordat de pomp wordt geopend, moet de
drukspuit vrij van druk worden gemaakt door aan
het veiligheidsventiel te trekken (fig. 4)! De spuit
moet altijd verticaal staan, voordat er aan het
veiligheidsventiel wordt getrokken. Attentie: niet in
de buurt van het gezicht houden!
 De drukspuit niet blootstellen aan grote hitte.
 De bovenste rode flensbehuizing mag niet worden
losgemaakt van het reservoir.
Storingen van welke aard ook, zoals bijvoorbeeld
 lekkages bij de tank, leidingen en slangen spray,
 tekenen van beschadigingen, scheuren, enz,
 andere onregelmatigheden,
is de spuit onmiddellijk druk te maken over de
veiligheid ventiel. De spuit mag niet worden
NEDERLANDS 2
Drukspuit
hergebruikt, maar moet worden gecontroleerd door
een gekwalificeerd persoon.
Op het moment van de fabricage zijn er bij de
fabrikant geen schadelijke effecten van de door de
BBA toegelaten bestrijdingsmiddelen tegen
plantenziekten op de materialen van het apparaat
bekend.
2. Montage
In de bijverpakking vindt u de volgende onderdelen:
 Greep met handventiel en slang
 Dopmoer
 Spuitstok
 Alternatieve set spuitdoppen met bijhorende
afdichtingsring
 1 symbolische sticker voor
reservoirinhoud: herbicide,
fungicide en insecticide.
OPMERKING:
Om de inhoud van het reservoir te
identificeren de juiste sticker
aanbrengen op het reservoir.
OPGELET:
Nooit verschillende sproeimiddelen in
het sproeivloeistofreservoir gieten.
Als u van sproeimiddel verandert, het
sproeivloeistofreservoir en alle
onderdelen die met de
sproeivloeistof in aanraking zijn
gekomen, grondig reinigen en met veel water
spoelen. Om te reinigen bevelen wij de SOLO
sproeiapparaatreiniger in doseerfles van 500 ml aan.
Bestelnr.: 49 00 600
Bij modellen 461 en 462 dient de spuitdop nog (Fig.6
Pos.1) met O-Ring (10x2 mm) op de spuitstok te
worden geschroefd.
Breng de dopmoer (Fig.6 Pos.2) op de slang aan
(Fig.6 Pos.3). Schuif de slang, terwijl u daar stevig op
drukt en eraan draait, geheel over de daarvoor
voorziene aansluiting op de rode flensbehuizing.
Door het aandraaien van de dopmoer borgt u de
slang.
Let erop dat u vóór het vastdraaien van de dopmoer
de slang altijd geheel erop schuift.
Schroef de spuitstok met O-Ring (16x3 mm)vast op
het handventiel (FIg.6 Pos.4).
Plaats de dopmoer er recht op en draai deze
handmatig vast - geen geweld aanwenden en geen
gereedschap gebruiken voor het vastdraaien!
De spuitstok wordt op de klem gemonteerd, als er
niet mee wordt gewerkt, en houd (Fig 1).
Fig.3 Breng de twee uiteinden van de draagriem aan
in de daarvoor voorziene opening op de rode
flensbehuizing.
461 / 462 / 463