8 Onderhoud
Gevaar
Levensgevaar door onjuist onderhouden / repareren.
Er bestaat levensgevaar voor personen die werkzaamheden
verrichten waarvoor zij niet gekwalificeerd of opgeleid zijn.
Het apparaat mag alleen onderhouden / gerepareerd
worden door personen die bekend zijn met de gevaren
en over de nodige kwalificaties beschikken.
Voorafgaand aan het onderhoud / de reparatie moet
zijn voldaan aan alle veiligheidstechnische bepalingen.
Gevaar
Levensgevaar door elektrische schok!
De onderdelen staan onder elektrische spanning.
Het aanraken van onder stroom staande delen leidt tot een
elektrische schok, tot brandwonden of tot de dood.
Vóór werkzaamheden aan de elektrische installatie de
volgende punten in acht nemen:
Apparaat spanningsvrij schakelen.
Beveiligen tegen opnieuw inschakelen.
Spanningsvrijheid controleren.
Aarden en kortsluiten.
Belendende onder spanning staande delen afdekken en
de gevarenzone afschermen.
8.1 Onderhoudsschema
Voer de volgende onderhoudswerkzaamheden uit binnen de
aangegeven intervallen.
21
Onderhoudsinterval om de 6 maanden (halfjaarlijks)
Onderdeel /
component
Behuizing
Frontpaneel
Schakel- en
veiligheidsinrichting
en
Onderhoudsinterval om de vier jaar
Voer bovendien alle onder Onderhoudsinterval om de 6
maanden (halfjaarlijks) vermelde
onderhoudswerkzaamheden uit.
Onderdeel /
component
Kabelaansluitingen
en
steekverbindingen
Laadstation
Systeemcontrole
Onderhoudswerkzaamheid
Visuele controle op gebreken of
beschadigingen.
Apparaat controleren op veilige
bevestiging.
De buitenkant van de behuizing
met een vochtige doek reinigen.
Visuele controle op gebreken of
beschadigingen.
Visuele controle op gebreken of
beschadigingen.
Functie van de aardlekschakelaar
controleren.
Zie hoofdstuk 7.3.3 op pagina 19.
Onderhoudswerkzaamheid
Controleren op stabiliteit.
Visuele controle op gebreken of
beschadigingen.
Visuele controle op gebreken of
beschadigingen.
Functie controleren.
Systeemcontrole uitvoeren.
Zie hoofdstuk 6.2.1 op pagina
16.