wanneer uw glucose het niveau dat u in het alarm hebt ingesteld voorbij is.
Uw glucosedoelbereik wordt weergegeven in glucosegrafieken in de app en
gebruikt voor het berekenen van uw tijd binnen doelbereik.
• Zorg ervoor dat uw smartphone bij u in de buurt is. De sensor zelf geeft geen
alarmen af.
• Als de sensor niet met de app communiceert, krijgt u geen glucosealarmen en
kunt u het detecteren van episoden van lage glucose of hoge glucose missen.
U ziet het symbool
communiceert. Zorg dat het signaalverliesalarm is ingeschakeld, zodat u op
de hoogte wordt gesteld als uw sensor gedurende 20 minuten niet met de
app heeft gecommuniceerd.
• Als u het symbool
ontvangt vanwege een of meer van de volgende oorzaken:
- - Bluetooth staat UIT
- - Meldingen van de app staan UIT
- - De sensor communiceert niet met de app.
- - Meldingen vergrendelscherm, bannermeldingen of berichtsignalen staan
UIT
UIT.
- - Niet storen negeren is aangezet voor een alarm maar u hebt geen
toestemming gegeven voor Kritieke waarschuwingen.
Instellen van alarmen
Instellen van alarmen
Om alarmen in te stellen of aan te zetten gaat u naar het Hoofdmenu en tikt u
op Alarmen
Alarmen. Selecteer het alarm dat u wilt inschakelen en instellen.
Laag glucose-alarm
Laag glucose-alarm
1. Het Laag glucose-alarm is standaard uitgeschakeld. Tik op de schuifknop om
het alarm in te schakelen.
2. Als het alarm ingeschakeld is, wordt u ervan op de hoogte gesteld als uw
glucose onder het door u ingestelde alarmniveau komt, dat aanvankelijk op
70 mg/dL is ingesteld. Tik voor het wijzigen van deze waarde tussen 60 mg/dL
en 100 mg/dL. Tik op OPSLAAN
3. Kies het geluid voor dit alarm. Het volume en de vibratie zijn volgens de
of
op het beginscherm als de sensor niet met de app
of
ziet, betekent dit dat u geen glucosealarmen
UIT.
UIT.
OPSLAAN.
ART43211-001_rev-A 11:16am 17-FEB-2021