• Zorg ervoor bij het afstellen van de
breedstralerkop, dat het water via
de afvoergaatjes kan weglopen.
(afb. 5.3)
Afstellen sensorunit (alleen Svarianten)
(afb. 5.4)
• Zorg ervoor bij het afstellen van de
sensorunit, dat de sensor het regis
tratiebereik afdekt.
Afstelling registratiebereik (alleen
Svarianten)
Het registratiebereik kan met afdek
folie worden beperkt om een foutieve
schakeling uit te sluiten of om specifieke
risicoplekken doelgericht te bewaken. De
afdekfolie wordt op de sensorunit geplakt.
– Beperking van het horizontale regis
tratiebereik met op maat geknipte
afdekfoliesegmenten (afb. 5.5/5.6)
• Kies bij de instelling van het registra
tiebereik de kortste tijd en daglicht
stand (afb. 5.1)
6. Schoonmaken en
verzorgen
Gevaar door elektrische
stroom!
Het contact van water met stroomvoe
rende componenten kan een elektrische
schok, verbrandingen of zelfs de dood
tot gevolg hebben.
• Het apparaat niet nat reinigen.
Gevaar voor beschadigingen!
De lamp kan door het gebruiken van
verkeerde schoonmaakmiddelen wor
den beschadigd.
• Test eerst of het schoonmaakmiddel
geschikt is voor het oppervlak.
• Maak de lamp schoon met een
zachte doek en een mild schoon
maakmiddel.
Belangrijk: de regelaar kan niet worden
vervangen.
7. Verhelpen van
storingen
De lamp schakelt niet in.
– Zekering niet ingeschakeld of defect.
• Zekering inschakelen.
• Defecte zekering vervangen.
– Kabel onderbroken.
• Kabel testen met spanningstester.
– Kortsluiting in de stroomtoevoer.
• Aansluitingen controleren.
– Netschakelaar uit.
• Netschakelaar inschakelen.
– Schemerinstelling verkeerd gekozen.
• Inschakellichtsterkte opnieuw
instellen.
– Permanente beweging in het regis
tratiebereik.
• Registratiebereik controleren.
– Lichtbron defect.
• De lichtbron kan niet worden
vervangen. Het complete apparaat
vervangen.
De lamp schakelt niet uit.
– Permanente beweging in het regis
tratiebereik.
• Registratiebereik controleren.
• Indien nodig het registratiebereik
beperken.
28