Gebruiksaanwijzing
1.) Normen
2.) Algemene informatie
NL
In combinatie met een opvanggordel dient het PEANUT uitsluitend voor
de beveiliging van personen die tijdens het werk blootgesteld zijn aan
valgevaar (bv. op ladders, daken, stellingen, enz.). Functie: Het
PEANUT beperkt de tijdens een val optredende kracht tot een voor
het lichaam aanvaardbaar niveau door verandering van lengte (zie Δl,
afb. 3). Na een valbelasting is het PEANUT niet langer bruikbaar! De
jaarlijkse controle dient door een deskundig persoon, overeenkomstig
BGG 906, uitgevoerd te worden. Valdemper aanbrengen (zie afb. 1):
1. Verbindingselement (1) uitsluitend bevestigen aan een opvangoog
op de opvanggordel. 2. Tegenovergesteld verbindingselement (2) be-
vestigen aan een veilig verankeringspunt. Het PEANUT (3) mag niet
belemmerd worden en mag in geen geval over randen geleid of omgeleid
worden. Veiligheidskarabijnhaken en/of verbindingselementen moeten in
elk geval tegen dwars werkende krachten en knikbelasting beschermd
worden. Het PEANUT mag niet worden verlengd of in omsnoering wor-
den gebruikt.
2.1) Gebruik ok
2.2) Voorzichtig bij gebruik
2.3) Levensgevaar
3.) Gebruik op schaarliften met werkkooi
3.1) Er mogen alleen toereikende, belastbare aanslagpunten (min.
3kN) worden gebruikt, die zich min. 40 cm onder de leuning bevinden.
Bij gebruik van hoger gelegen aanslagpunten op de werkkooi, is de veili-
ge werking van de hoogteveiligheidsuitrusting niet meer gewaarborgd.
3.2) Het aanslagpunt en de complete schaarlift met werkkooi moet in
het meest ongunstige geval een dynamische stoot van min. 3kN zonder
belemmering kunnen opnemen. Bevindt het aanslagpunt zich echter
hoger bestaat het gevaar op een volledige weigering en kanteling!
3.3) Verwondingen door het vallen op de werkkooi of werkplatform
kunnen dan niet worden uitgesloten.
Gebruik in de steigerbouw:
2,5 m uitvoering alleen voor gebruik in de steigerbouw!
Het aanslagpunt moet zich min 1m boven de standplaats bevinden.
4.) Gebruik als ankerstrop
4.1) Voor het gebruik moet een functiecontrole worden uitgevoerd.
Trek daartoe het touw met een ruk uit het apparaat. De snapschoten
moeten onmiddellijk vastklikken. Wanneer er twijfels bestaan over de
veilige toestand van het hoogtebeveiligingsapparaat, moet deze onmid-
dellijk uit gebruik worden genomen.
4.2) De aanpassing van de lengte mag niet in gebieden plaatsvinden
waar valgevaar dreigt.
4.3) De totale lengte van een verbindingsmiddel dat verbonden is met
de valdemper (incl. eindverbindingen en verbindingselementen).
4.4) De bij een val optredende maximale krachten die inwerken op de
constructie zijn afhankelijk van de gebruikte PEANUT. De kracht die in-
werkt op de constructie komt overeen met de maximale kracht waarop
de stortbelasting wordt gereduceerd door de PEANUT.
4.5) Slappe lijn vermijden.
4.6) Het verankeringspunt moet zo verticaal mogelijk boven de werk-
plaats liggen. Indien het verankeringspunt zich onder de werkplaats
bevindt, bestaat het gevaar dat de persoon bij een valpartij op lager
gelegen componenten valt. Indien het verankeringspunt zich aan de
zijkant bevindt, bestaat het gevaar dat de persoon tegen zijdelingse
19