(Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzingen)
6 7
GASPEDAAL (14:A)
Dient voor het regelen van het motortoerental.
1 Vol gas - bij gebruik van de machine al-
tijd vol gas geven.
2 Stationair
6 8
CHOKEHENDEL (14:B)
Wordt gebruikt om de motor te starten als deze
koud is. De chokehendel heeft twee standen:
1 Hendel helemaal uitgetrokken - de
choke is ingeschakeld. (voor koude start).
2 Hendel naar binnen geduwd - de cho-
ke is uitgeschakeld. (normale werking en
warme start.)
Rijd nooit met ingeschakelde choke
als de motor warm is
6 9
CONTACTSLOT MET SLEUTEL(14:C)
Sleutel voor het vrijgeven/belemmeren
van de inschakeling van de machine
Steek de sleutel (14:C) in en draai hem op
de stand "I" (RIJDEN) om de inschakeling
van de machine vrij te geven. Alle lampjes
van het display en het geluidssignaal wor-
den een ogenblik ingeschakeld. Op het
display blijven alleen de volgende elemen-
ten actief: de functie "urenteller", het lamp-
je van de olie (dooft automatisch meteen
na het starten van de motor) en eventueel
het lampje van de parkeerrem, indien in-
geschakeld, en die van de stoel als de be-
stuurder niet op de stoel zit.
Zet de sleutel weer in de stand "O" om in-
schakeling van de machine te belemme-
ren.
De sleutel kan alleen worden uitgetrok-
ken in de stand "O".
Als de bestuurder afwezig is en de
sleutel in de stand "I" staat, zal na
30 seconden en ononderbroken ge-
luidssignaal worden geactiveerd Het
geluidssignaal houdt aan tot de be-
stuurder aanwezig is of tot de machine
wordt uitgeschakeld
NEDERLANDS
6 10 DISPLAY EN TOETS MODE' VAN DE CON-
SOLE (14:D; 15) (Mod 740 IOX, 540 IX)
Toets MODE (14:E). Met de toets MODE
kunnen de bij de functies behorende ver-
klikkers worden geselecteerd: urenteller,
omgevingstemperatuur,
accu. Bovendien kan de inschakeling van
de koplamp worden geforceerd, door de
schemersensor uit te schakelen.
• De toets kort indrukken en weer loslaten
om achtereenvolgens de bij de verschil-
lende functies behorende verklikkers
van het display in te schakelen. Op de
alfanumerieke digits van het display
worden de gegevens getoond die bij
het geselecteerde pictogram horen, het
laatste cijfer is voor de meeteenheid.
• Langer dan 1 seconde indrukken om
de koplamp handmatig in of uit te scha-
kelen.
Bij iedere inschakeling van de machine
wordt het automatische beheer van de
inschakeling van de koplamp automatisch
hersteld.
Digits (15:A) Deel van het display dat al-
fanumerieke gegevens toont voor de ver-
schillende functies.
Urenteller(15:B) De alfanumerieke digits
tonen het aantal uren dat de machine heeft
gereden, onderverdeeld in uren en tiende
van uren. Werkt alleen bij draaiende motor.
De meeteenheid wordt gevolgd door de
letter H.
Omgevingstemperatuur (15:C) De alfa-
numerieke digits tonen de omgevingstem-
peratuur. De meeteenheid wordt gevolgd
door de letter C.
Toerenteller (15:D) De digits tonen het
aantal toeren van de motor. Als ze knip-
peren, betekent dit dat het motortoerental,
met actieve krachtafnemer, niet optimaal
is (hoger dan 2500 TPM). Geef vol gas.
Service (15:E) Signaleringen voor het
onderhoud. De cijfers op de digits begin-
nen te knipperen wanneer de machine de
onderhoudslimiet bereikt.
Het knipperen duurt twee minuten en heeft
de prioriteit boven andere functies van het
display. In deze fase kan de toets MODE
niet worden gebruikt.
NL
motortoeren,
15