NL
De machine mag niet over lange afstanden of
met hoge snelheid worden gesleept. Hierdoor
kan de transmissie worden beschadigd.
Stel de machine niet in werking met
de transmissie gedeblokkeerd (hendel
naar binnen) Gevaar voor beschadi-
ging en olielekken in de achteras
6 20 INSTELLING VAN DE ZITTING (20)
De zitting kan naar voor of achter worden ge-
schoven zoals hierna aangegeven:
1 Verplaats de bedieningshendel (20:A) om-
hoog.
2 Breng de zitting in de gewenste stand.
3 Laat de hendel (20:A) los om de zitting te
blokkeren.
Met de knop (20:B) [740 IOX / 540 IX] kan wor-
den ingesteld hoe stug de vering is.
• Draai de knop met de klok mee om de vering
stugger te maken.
• Draai de knop tegen de klok in om de vering
zachter te maken.
Draai aan de knop tot u de meest com-
fortabele stand hebt gevonden
De zitting is voorzien van een beveiligingsscha-
kelaar die is aangesloten op het beveiligings-
systeem van de machine. Dit houdt in dat de
machine niet gestart kan worden als er niemand
op de zitting zit. (zie 7.8.2).
6 21 SNELSLUITINGEN (21; 22; 23)
Dankzij deze snelsluitingen kan zeer snel
en eenvoudig van accessoire gewisseld
worden.
De snelsluitingen zorgen ervoor dat het maaidek
gemakkelijk kan wisselen tussen de twee standen:
Normale stand met volledig aangespannen riem.
4 cm achter de normale stand met losse riem,
zodat het maaidek dichter bij de basismachine
komt.
Omdat de riemspanner loskomt van de riem,
vereenvoudigen de snelsluitingen de vervan-
ging van de riem en het maaidek en wordt het
omschakelen naar de reinigingsstand en de
servicestanden gemakkelijker.
Spanning van de riem halen (21)
Zie ook de aanwijzingen die bij het ac-
cessoire en de snelsluiting zijn gele-
verd
18
NEDERLANDS
1 Verwijder de splitpennen of de borgstiften
(21:C) aan beide zijden.
2 Open de snelsluitingen door de achterste ge-
deelten met uw hiel naar beneden te drukken
(21:A).
3 Voer de noodzakelijke aanpassingen uit, bij-
voorbeeld:
•
•
Aanspannen van de riem (21, 22)
Span de uiteinden afzonderlijk aan volgens
onderstaande instructies.
1 Plaats uw voet op de hendel (22:A) en draai
voorzichtig een halve slag naar voren.
2 Installeer de splitpen of borgstift (21:C).
3 Doe hetzelfde aan de andere kant.
7 1
(Vertaling van de originele
Nadat de snelsluitingen geopend zijn,
zijn de armen van het accessoire vrij,
en zitten dus niet langer aan de beves-
tiging vast
Voor afstel- of onderhoudswerkzaam-
heden, de armen weer op de sluiting
plaatsen en de sluiting vergrendelen
Haak de riem los.
Verwissel het accessoire door de armen
(22) los te maken.
Draai de hendel niet met uw handen
Gevaar voor verwonding door beknel-
ling
7 STARTEN EN BEDRIJF
VOORZORGSMAATREGELEN
Controleer altijd of het oliepeil in de
motor correct is Dit is met name be-
langrijk bij het werken op hellingen (zie
7 6)
Schakel de parkeerrem in wanneer u de
machine parkeert.
Wanneer u op de maximumsnelheid
rijdt, het stuur niet volledig draaien De
machine kan dan kantelen
Blijf met uw handen en voeten uit de
buurt van de scharnierende koppeling
van de stuurinrichting en van de dra-
ger van de zitting Gevaar voor verwon-
ding door beknelling
gebruiksaanwijzingen)