Bevestiging van de afstandsbediening
Voor opbouwmodel
Voorbereiding: Maak met de punt van de schroevendraaier 2 gaten
voor schroeven.
Bevestig het deksel.
•
Plaats de haakjes van
het deksel in die van de
onderbehuizing.
Knip hier met
een nijptang en
verwijder de bramen
met een vijl.
Haakje (2 stuks)
Sluit de bedrading van de
afstandsbediening aan
•
Leid de bedrading door de groef van
de behuizing.
Onderbehuizing
(achterzijde)
Voor inbouwmodel
Voorbereiding: Maak met de punt van de schroevendraaier 2 gaten
voor schroeven.
Bevestig het deksel.
•
Plaats de haakjes van
het deksel in die van de
onderbehuizing.
Vermijd dat
de draad vast
komt te zitten.
Haakje (2 stuks)
Schroef
(levering derden)
Sluit de
bedrading van de
afstandsbediening
aan
8
Bevestig de onderbehuizing
tegen de wand.
U P
Wand waartegen de
afstandsbediening
is bevestigd
Gat voor schroef
Haakje (2 stuks)
Schroef
(levering derden)
Klem
(levering
derden)
Steek door
het gat
Aansluitpunt afstandsbediening
Maak de draden bloot. Ongev. 6 mm.
Deksel
(achterzijde)
Verwijder de mantel. Ongev. 180 mm.
Zorg ervoor dat de aansluiting van de
bedrading op de juiste manier gebeurt.
Bevestig de onderbehuizing
tegen de wand.
•
Steek de draad door het gat in het
midden van de onderbehuizing.
U P
Gat voor
schroef
Haakje (2 stuks)
Aansluitpunt
afstandsbediening
Maak de draden bloot.
Deksel
Ongev. 6 mm.
(achterzijde)
Onderbehuizing
(achterzijde)
Zorg ervoor dat de
aansluiting van de bedrading
op de juiste manier gebeurt.
Vervang de afdekplaat van de afstandsbediening
•
Vervang de bestaande afdekplaat van de afstandsbediening
met afdekplaat 6 om het gat af te dekken dat ontstaat als de
afstandsbediening wordt verwijderd.
1. Maak aan de achterzijde van de voorplaat de haakjes van de
afdekplaat los.
Bestaande afdekplaat
afstandsbediening
2. Druk de afdekplaat van de afstandsbediening 6 tegen de
voorplaat om deze te bevestigen.
Afdekplaat
afstandsbediening
6
VULLEN MET WATER
8
•
Zorg ervoor dat de installatie van alle leidingen juist is gedaan,
voordat onderstaande stappen worden uitgevoerd.
1. Draai de knop op de uitlaat van de ontluchtingsklep 9, tegen
de wijzers van de klok in, een volledige slag vanuit de gesloten
positie.
Ontluchtingsklep 9
2. Zet de handel van de overdrukklep c op "OMLAAG".
Hendel
Omhoog draaien
Overdrukklep c
3. Start met het vullen van de binnenunit met water (met een
druk van meer dan 0,1 MPa (1 bar)) via de waterinlaat. Stop
met vullen zodra er water stroomt door de afvoer van de
overdrukklep.
4. Zet de stroomvoorziening AAN en zorg ervoor dat waterpomp f
draait.
5. Controleer en zorg ervoor dat er bij de aansluitpunten van de
slangen geen lekkages zijn.
Voorplaat
Haakje (6 stuks)
Voorplaat
Haakje (6 stuks)
Plug (één hele slag
tegen de wijzers
van de klok in
draaien)
Overdrukklep c