3.7
Interne piëzosignaalgever
De ingebouwde piëzo dient ter ondersteuning bij de program-
mering van de IP-alarmmodule. Neem daarvoor de opmerkingen
over de desbetreffende functie in acht. Bovendien kan de piëzo
ook bij ontvangst van signalen bij de melder-/functietest
geactiveerd worden.
4.
Montage-instructies
4.1
Montage
Ga bij de montage van de IP-alarmmodule als volgt te werk:
Bepaal de optimale installatieplaats. De plaats moet zo gekozen
zijn dat een radiocommunicatie, die goed genoeg is, tussen de
componenten gegarandeerd is. Gebruik voor het bepalen van de
installatieplaats het best de draadloze testbox.
Opmerking: Kies de montageplaats van de IP-alarmmodule zodanig
dat deze zich in het bewaakte bereik van een melder bevindt. Let er
bovendien op dat u de IP-alarmmodule zo hoog mogelijk aanbrengt,
minimaal echter 1 m boven de vloer.
Het apparaat mag niet geïnstalleerd worden:
- in beschermd of onbeschermd buitengebied
- in de buurt (1 m) van elektronische apparaten en leidingen,
zoals bijv.: computers, fotokopieertoestellen, LAN en sterk-
/draaistroomleidingen
Hebt u de installatieplaats bepaald, open dan het huis van de
IP-alarmmodule en verwijder eerst de printplaten van de achter-
kant van het huis door de bovenste printplaathouder voorzichtig
naar boven te buigen tot de printplaat eruit genomen kan worden.
Gebruik de achterkant van het huis als sjabloon en teken de
bevestigingsgaten op de muur af. Bevestig de IP-alarmmodule op
de muur, draai de schroeven echter nog niet vast.
Voorzie de IP-alarmmodule van 12 V spanning.
Plaats de printplaten terug en draai de schroeven vast.
Voer de programmering uit (zie punt 6).
Na afloop van de geslaagde programmering piept de piëzosigna-
algever van de IP-alarmmodule met korte tussenpozen. Nu pas
plaats u het deksel van het huis en sluit u het huis.
Na ca. 5 seconden geeft de piëzosignaalgever een dubbel signaal
af en bevestigt de programmering.
84