door het gebruik van niet-vrijgegeven
aanbouwapparaten wordt veroorzaakt is
STIHL niet aansprakelijk.
Omgang met
plantenbeschermingsmiddelen
Voor ieder gebruik de
gebruikshandleiding van het
plantenbeschermingsmiddel lezen. De
aanwijzingen voor het mengen, het
gebruik, de persoonlijke
veiligheidsuitrusting, het opslaan en het
milieuverantwoord afvoeren opvolgen.
De wettelijke voorschriften met
betrekking tot de omgang met
plantenbeschermingsmiddelen
aanhouden.
Plantenbeschermingsmiddelen kunnen
bestanddelen bevatten die schadelijk
zijn voor mensen, dieren, planten en het
milieu – kans op vergiftiging en
levensgevaarlijk letsel!
Plantenbeschermingsmiddelen mogen
alleen door die personen worden
gebruikt die een cursus hebben gevolgd
voor de omgang met
plantenbeschermingsmiddelen en
bekend zijn met de betreffende
maatregelen voor eerstehulpverlening.
De gebruikshandleiding of het etiket van
het plantenbeschermingsmiddel altijd bij
de hand houden om in geval van nood
de arts direct over het
plantenbeschermingsmiddel te kunnen
informeren. In geval van nood de
aanwijzingen op het etiket of in de
gebruikshandleiding van het
plantenbeschermingsmiddel opvolgen.
SG 11
Plantenbeschermingsmiddel mengen
De plantenbeschermingsmiddelen
alleen aan de hand van de gegevens
van de producent mengen – door
verkeerde mengverhoudingen kunnen
giftige dampen of een explosief mengsel
ontstaan.
Vloeibare
–
plantenbeschermingsmiddelen
nooit onverdund vernevelen
Het spuitmiddel alleen in de open
–
lucht of in goed geventileerde
ruimten klaar maken
Slechts zoveel spuitmiddel
–
voorbereiden als nodig is, om
resthoeveelheden te voorkomen
Bij het mengen van de verschillende
–
plantenbeschermingsmiddelen de
instructies in de
gebruikshandleiding opvolgen –
door verkeerde mengverhoudingen
kunnen giftige dampen of
explosieve mengsels ontstaan
Verschillende
–
plantenbeschermingsmiddelen
alleen met elkaar vermengen als
deze door de fabrikant hiervoor zijn
vrijgegeven
Spuitmiddelreservoir vullen
Het spuitmiddel alleen in de open
–
lucht of in goed geventileerde
ruimten bijvullen
Het apparaat zo op een vlakke
–
ondergrond plaatsen dat dit niet kan
omvallen – het spuitmiddelreservoir
niet tot boven het max.-merkteken
vullen
Slechts zoveel spuitmiddel
–
voorbereiden als nodig is, om
resthoeveelheden te voorkomen
Bij het vullen via het waterleidingnet
–
de vulslang niet in de te vernevelen
vloeistof steken – onderdruk in het
leidingsysteem zou de te
vernevelen vloeistof in het
waterleidingsysteem kunnen zuigen
Voor het vullen met het spuitmiddel
–
eerst een test uitvoeren met schoon
water en de drukspuit controleren
op lekkage
Het spuitmiddelreservoir na het
–
vullen goed afsluiten
Gebruik
Alleen in de buitenlucht of in zeer
–
goed geventileerde ruimten,
bijv. open kassen, werken
Tijdens de werkzaamheden met
–
plantenbeschermingsmiddelen,
deze niet inhaleren, niet eten, roken
en drinken
Spuitmonden en andere kleine
–
onderdelen nooit met de mond
uitblazen
Contact met
–
plantenbeschermingsmiddelen
voorkomen – met
plantenbeschermingsmiddel
vervuilde kleding direct verwisselen
Alleen werken als het windstil is
–
Een te hoge of te lage werkdruk
alsmede ongunstige
weersomstandigheden kunnen leiden
tot een verkeerde concentratie van het
spuitmiddel. Overdosering kan leiden tot
Nederlands
25