W 690 Flexio Extra Kit
- naar links draaien
+ naar rechts draaien
12. Instelling van de materiaalhoeveelheid
(Wall Extra I-Spray spuitopzet)
De materiaalhoeveelheid kan door draaien van de regelaar voor de materiaalhoeveelheid
(afb. 13, 1) stapsgewijs van 1 (minimum) tot 12 (maximum) worden ingesteld.
13. Instelling van de luchthoeveelheid (Afb. 14)
Afhankelijk van de viscositeit (vloeibaarheid) van het te verspuiten materiaal en de aard van
het te coaten object kan het zinvol zijn de luchthoeveelheid te variëren. Zeer dunvloeibare
materialen, zoals waterige beits, hoeven niet met de maximale luchthoeveelheid te worden
verstoven. Het is aan te raden daarbij de luchthoeveelheid te reduceren en daardoor de
spuitnevel te minimaliseren.
- naar rechts draaien
+ naar links draaien
14. Spuittechniek
Het spuitresultaat wordt grotendeels bepaald door hoe glad en schoon het
i
te spuiten oppervlak vooraf is gemaakt. Behandel het oppervlak daarom
zorgvuldig voor en houd het stofvrij.
•
Dek oppervlakken die niet moeten worden gespoten af.
Belangrijk: Begin buiten het te spuiten oppervlak en voorkom
i
onderbrekingen binnen het te spuiten oppervlak.
•
De spuitbeweging moet niet met de pols worden uitgevoerd, maar met de arm. Zo
blijft tijdens het spuiten de afstand tussen het spuitpistool en het oppervlak altijd
gelijk. Kies een afstand van 5 - 15 cm, afhankelijk van de gewenste straalbreedte. Bij
de verwerking van binnenwandverf moet de afstand ca. 20-30 cm (lengte ca. één
roerstaaf ) bedragen.
Afb. 15 A/15 B:
GOED gelijkmatige afstand tot het object.
Afb. 15 C:
FOUT ongelijke afstand heeft een ongelijke verfaanbrenging als
resultaat.
Spuit bij slecht dekkende verf of sterk zuigende ondergrund in "kruisgang"
i
(afb. 16).
minder materiaal
meer materiaal
minder lucht
meer lucht
NL
63