Tyco DSC WT4911 Instructions D'installation page 12

WT4911/WT8911 Draadloze tweerichtingssirene voor
buitengebruik – Installatiehandleiding
Gebruik dit installatieblad samen met de installatiehandleiding van het bijbehorende
alarmsysteem voor details over de installatie en programmering. Alle instructies in die
handleiding moeten worden nageleefd. De WT4911/8911 is een draadloze tweerichtingssirene
voor buitengebruik. De sirene en de stroboscoop worden geactiveerd wanneer een
alarmvoorwaarde wordt ontvangen van een compatibel tweerichtingsbeveiligingssysteem
(bijvoorbeeld PC9155) via het draadloze DSC-protocol. De WT4911/8911 moet bij het
beveiligingssysteem zijn geregistreerd voor het opdrachten kan ontvangen van het systeem voor
het afgaan van het alarm, de activering van de stroboscoop en de communicatie van een
noodzakelijke reactie, zoals de status van de WT4911/8911 en de plaatselijke
buitentemperatuur. De buitensirene kan verschillende alarmsignalen (bijvoorbeeld bij
koolmonoxide, ononderbroken bij inbraak, pulserend bij brand (zoals gebruikt in Canada) of een
evacuatiesignaal van drie herhaalde stoten (zoals gebruikt in de Verenigde Staten), en
belsignalen) laten klinken, afhankelijk van de ontvangen opdracht. Er kunnen maximaal vier
exemplaren van de WT4911/8911 als afzonderlijke eenheden worden geregistreerd bij en
worden beheerd door hetzelfde beveiligingssysteem. De WT4911/8911 stuurt regelmatig
supervisiesignalen naar het beveiligingssysteem ter controle van het tweerichtingscontact tussen
de sirene en het systeem. Bij elk supervisiesignaal naar het systeem meldt de sirene de
buitentemperatuur. Bovendien worden de status van de sabotageschakelaars van de behuizing
en de muur en de batterijstatus gecontroleerd. In het geval van een bijna lege batterij of een
activering bij sabotage verzendt de WT4911/8911 het toepasselijke signaal naar het
beveiligingssysteem en geeft indien geconfigureerd een hoorbare en zichtbare indicatie om aan
te geven dat plaatselijk een gebeurtenis heeft plaatsgevonden.
Specificaties
Luchtvochtigheid (max.): 93% Werkingstemperatuur: -40 °C to 70 °C
Werkingsfrequentie: 433,92 MHz, (868 MHz Temperatuurbereik voor UL/ULC: -40 °C tot 66 °C
alleen WT8911) Gewicht: 816 gram en IP-code: 34
Levensduur van batterij: 3 jaar (bij typisch gebruik) Lage batterij indicatie: bij ~14% accu capaciteit
Uitvoerniveau alarmsignalen: voor CE ~100 dB @1 m
Uitvoerniveau alarmsignalen: >= 85dB @ 3m
Batterij: D-formaat, 3,6 V lithiumthionylchloride (ER34615M-T1, Able)(DSC # WT4911-BATTERY)
Type signaleringsapparaat : Zelf voedend
Afmetingen : 21.5cm x 27.8cm x 4.5cm, Gewicht =0.935kg
EN50131-1 GRADE2 / CLASS IVA, EN50131-4, EN50131-6, Voeding Type C
Compatibele bedieningspanelen: PC9155-433/868, PC9155D-433/868, PC9155G-433/868
(-868 alleen WT8911)
De WT4911 starten
De WT4911 bevat een batterij met een functie genaamd 'passivering'. Deze functie bes-
chermt de houdbaarheid van de batterij wanneer deze niet wordt gebruikt. Elke WT4911-
batterij moet worden 'gedepassiveerd' voordat u de buitensirene voor het eerst gebruikt.
OPMERKING: Volg de onderstaande stappen indien u een nieuwe batterij in de eenheid
plaatst of u een batterij vervangt. De WT4911 kan vroegtijdig stroom verliezen als een
nieuwe batterij niet wordt gebruikt.
1. Zorg dat de knoeischakelaar gesloten is voordat u de batterij aansluit.
2. Sluit de batterij aan EN houd de schakelaar nog 10 seconden dicht voordat u deze loslaat.
3. Wanneer u de schakelaar na de eerste 10 seconden loslaat, laat de sirene de stroboscoop in
verschillende patronen knipperen om aan te geven dat deze in de depassiveringsmodus staat.
OPMERKING: Het kan wel 30 minuten duren voordat een eenheid volledig is gedepassiveerd.
4. Als de depassivering voltooid is, worden de stroboscooplichten volledig uitgeschakeld en
brengt de sirene om de 5 seconden een pieptoon ten gehore.
5. Knoei eens met de eenheid en zie hoe de WT4911 normaal wordt gestart met 6 korte
pieptonen en knipperingen van de stroboscooplichten.
6. De WT4911 kan nu op het systeem worden aangesloten.
OPMERKING: Als de batterij tijdens de depassivering wordt losgekoppeld en binnen een
minuut weer wordt aangesloten, zal de depassiveringssequentie gewoon worden hervat.
Depassiveringssequentie opnieuw starten
Wanneer de depassivering 30 minuten bezig is, probeert de sirene de batterij niet langer te
depassiveren en brengt deze om de 5 seconde een pieptoon ten gehore. U stopt deze sirene en
hervat de depassiveringssequentie weer door de knoeischakelaar vast te houden en/of de batterij te
vervangen. Indien een batterij extreem gepassiveerd is (bijvoorbeeld als deze defect is of leeg),
moet deze worden vervangen.
DUT Registratie van de draadloze
tweerichtingssirene voor buitengebruik
Voor de installatie moet de WT4911/8911 worden geregistreerd en ingeschakeld. Door de WT4911/
8911 te registreren kan de sirene met het beveiligingssysteem communiceren. De installateur kan de
buitensirene activeren met de snelle registratie of door programmering van het serienummer, zie onder.
OPMERKING: zorg dat het toetsenpaneel is geïnstalleerd voordat de buitensirene
wordt geactiveerd.
Snelle registratie
1. Open de registratiemodus via de installatieprogrammering, zie sectie [898].
2. Schakel de buitensirene in door de vooraf geïnstalleerde batterij te activeren (steek de
batterijkabel in de batterijaansluiting aan de binnenkant van de achterplaat). Druk op de
sabotageschakelaar als de sirene is ingeschakeld.
3. De buitensirene stuurt een verzoek naar het beveiligingssysteem om bij het systeem te
worden geregistreerd.
4. Op het toetsenpaneel wordt het elektronische serienummer weergegeven dat moet worden
bevestigd door [*] in te voeren. Als het elektronische serienummer onjuist is, drukt u op
[#] en herhaalt u deze stap.
OPMERKING: Het elektronische serienummer is een alfanumeriek nummer van 8 tekens
dat u op een sticker op het draadloze apparaat kunt vinden.
5. Selecteer met welk modulenummer het apparaat moeten worden geregistreerd.
OPMERKING: Voor het registreren van een bestaande sirene bij een nieuw paneel, moet
die sirene eerst worden uitgeschakeld en dan weer worden ingeschakeld.
6. Herhaal de procedure vanaf stap 2 om elke extra buitensirene te registreren.
Programmering van het serienummer
1. Open de registratiemodus via de installatieprogrammering, zie sectie [804].
2. Selecteer met welk modulenummer het apparaat moeten worden geregistreerd. Secties
[301]-[304] voor sirenes.
3. Voer het serienummer in met het toetsenpaneel.Voer alleen nullen (0) in om een eerder
geregistreerde sirene te verwijderen.
Plaatsingstest
Voer een plaatsingstest uit om te controleren of het signaal op de gewenste locatie sterk genoeg is
voor goede communicatie tussen het beveiligingssysteem en de sirene.
1. Zet het beveiligingssysteem in de plaatsingstest, zie sectie [906].
2. Begin de plaatsingstest door de sabotageschakelaar van de buitensirene te activeren.
3. De stroboscoop van de sirene knippert één keer en er klinkt één pieptoon als de locatie goed
is. Als de sirene zich op een slechte locatie bevindt, knippert de stroboscoop drie keer en
klinken er drie pieptonen.
Waarschuwing: Draag gehoorbescherming bij installatie van de buiten-sirene.
Fysieke installatie
De buitensirene wordt op een vlakke ondergrond gemonteerd, zoals de buitenkant van een gebouw.
Verschillende oppervlakken zijn geschikt, maar het bevestigingsmateriaal moet het gewicht van de
sirene kunnen dragen.
OPMERKING: de muursabotageschakelaar moet gesloten blijven wanneer de
buitensirene wordt bevestigd.
1. Open de WT4911/8911 door de behuizing van de
onderkant van de sirene te tillen totdat deze loskomt
van de achterplaat.
2. Steek de batterijkabel in de batterijaansluiting als de
batterij nog niet is geactiveerd, zie afbeelding 2.
3. Plaats de achterplaat op een vlakke ondergrond en
markeer deze locatie.
4. Bevestig de achterplaat met de vier hiervoor bijgeleverde schroeven op het
bevestigingsoppervlak. Er moet een schroef worden geplaatst in het deel van de achterplaat
van de sabotageschakelaar.
5. Lijn de behuizing goed uit en steek deze voorzichtig in de achterplaat en klik de behuizing
vast, zie afbeelding 1.
6. Zet de behuizing vast op de achterplaat met de twee hiervoor bestemde schroeven. De
resterende schroeven zijn reserveschroeven.
De batterij vervangen
OPMERKING: neem contact op met uw lokale distributeur voor een nieuwe batterij.
Het beveiligingssysteem zal aangeven wanneer de batterij bijna leeg is en vervangen moet worden. De
batterij mag alleen worden vervangen door GESCHOOLD SERVICEPERSONEEL. ALLEEN VERVAN-
GEN DOOR HET DOOR DE FABRIKANT AANBEVOLEN TYPE. Om te bepalen welke sirene een lage
accu heeft moet de deksel worden geopend en de accu worden ontkoppeld, wacht 30 seconden en sluit de
accu opnieuw aan. Als het flitslicht aan gaat dan is de accu in orde. Als het flitslicht niets doet dan is de
accuspanning te laag en moet hij worden vervangen. Let op de juiste polariteit, zoals aangegeven.
BELANGRIJK: Als u een batterij gaat vervangen, moet u de instructies volgen in De
WT4911(/WT8911) starten.
Na het verwijderen van de accu moet 30 seconden worden gewacht alvorens de nieuwe accu te plaatsen. Bij
typisch gebruik kan de WT4911 minimaal 3 jaar functioneren op alleen de batterij zonder dat deze
vervangen hoeft te worden (bij normale werkingsomstandigheden). Probeer de batterij niet opnieuw
op te laden. Gooi gebruikte batterijen weg in overeenstemming met de in uw regio geldende
voorschriften voor afvalverwerking en recycling.
Waarschuwing: Risico voor brand, explosive of verbranding. Niet opladen,
samenpersen, demonteren, verhitten boven de 100 graden C. of tot as verbranden.
Configuratie en testen
Gebruik het toetsenpaneel om de sireneopties van de WT4911/8911 in te stellen die worden
ondersteund door het hoofdpaneel (zie onderstaande tabel).
OPMERKING: Het draadloze toetsenpaneel ontvangt de temperatuur van de buitensirene
die is geregistreerd op de laagste positie.
De maximale sirenetijd kan door de installateur worden geprogrammeerd, zie parameter
[804[330] van de alarmsysteem handleiding. Voor EN installaties is de maximale sirenetijd die een
signaleringsapparaat continue mag produceren 15 minuten. Opmerking: De duur van de sirenetijd
kan varieren afhankelijk van lokale en nationale regelgeving.
Programmeringssectie
Sirene: 1. Alarmgeluiden
Sirenenr. 1 [311] ingeschakeld
2. tot 4. Niet beschikbaar
Sirenenr. 2 [312]
5. Belsignalen ingeschakeld
Sirenenr. 3 [313]
6. Stroboscoop ingeschakeld
Sirenenr. 4 [314]
7. Stroboscoop volgt
beltime-out
8. Sabotageschakelaar sirene
ingeschakeld
Algemene sirene: 1. Sirene/stroboscoop
geactiveerd bij sabotage
Sirenesnr 1-4 [320]
bij uitgeschakeld systeem
2. Prealarmsignaal ingeschakeld
3. tot 8. Voor toekomstig
gebruik
Max. sireneduur: Maximumtijd sireneactivering
Sirenesnr 1-4 [330]
|_|_|_| Een geldige invoer is 000-255 minuten, standaard 010.
Voor het registreren van een bestaande sirene bij een nieuw paneel, moet die sirene eerst
worden uitgeschakeld en dan weer worden ingeschakeld.
BELANGRIJK: De apparatuur is NIET-INSTELBAAR, wordt tegen
de WAND GEMONTEERD
Afbeelding 1.
ONDERHOUDSPERSONEEL worden geïnstalleerd en onderhouden.
De behuizing
De apparatuur moet VOLLEDIG WORDEN GEMONTEERD en
openen/sluiten
GESLOTEN, met alle nodige schroeven. • Laat de EINDGEBRUIKER
zelf GEEN onderhoud uitvoeren aan dit product. Door de behuizing te
openen of te verwijderen wordt de gebruiker mogelijk blootgesteld aan
gevaarlijke voltages of andere gevaren. • Het batterij NIET
WEGGOOIEN in vuur of water. Het weggooien van het batterij leidt
tot ontploffingen. De batterij NIET WEGGOOIEN als normaal
huisvuil. Raadpleeg plaatselijke wet- en regelgeving over het
hergebruik van dit lithium batterij. Bescherm het milieu door het aantal
gebruikte batterijen te reduceren. Als hetbatterij niet correct wordt
aangesloten, kan dit leiden tot brand of explosies. Voorkom
kortsluiting. Stel batterijen niet bloot aan temperaturen boven 100°C.
Gebruik geen water bij lekkende batterijen. Raadpleeg het
veiligheidsinformatieblad van het batterij voor meer informatie.
Opties
1. Alarmgeluiden uitgeschakeld
2. tot 4. Niet beschikbaar
5. Belsignalen uitgeschakeld
6. Stroboscoop uitgeschakeld
7. Stroboscoop volgt
alarmvoorwaarden indien
ingeschakeld
8. Sabotageschakelaar sirene
uitgeschakeld
1. Sirene/stroboscoop niet
geactiveerd bij sabotage bij
uitgeschakeld systeem
2. Prealarmsignaal
uitgeschakeld
3. tot 8. Voor toekomstig gebruik
en mag ALLEEN DOOR