10. Instelling van de bedrijfsmodi
d) Slave-modus
•
Druk op de toets MODE tot "SLAu" op het display verschijnt. "SLAu" betekent hier dat het apparaat zich in de
slave-modus bevindt.
•
In deze bedrijfsmodus wordt het apparaat van de controller van een aan de bus DMX IN aangesloten
masterapparaat gestuurd. De lichteffecten worden dus synchroon naar de lichteffecten van het masterapparaat
opgewekt.
In de master-slave-ketting mag slechts een apparaat als master worden gebruikt. Alle andere
aangesloten apparaten moeten als slave-apparaten worden gebruikt.
e) Sound-to-Light modus
•
Druk op de toets MODE tot "SUxx" op het display verschijnt. "SU" betekent dat het apparaat zich in de Sound-
to-Light-modus bevindt, "xx" geeft de muziekgevoeligheid weer.
•
Selecteer met de toetsen UP of DOWN de gewenste muziekgevoeligheid ("00" uitgeschakeld tot "31" hoogste
gevoeligheid).
•
Druk op de toets SETUP om met de toetsen UP of DOWN de effectsnelheid te kiezen ("SP01"=laagste
effectsnelheid, "SP10"=hoogste effectsnelheid).
De lagere effectsnelheden zijn beter geschikt voor rustige muziek; hogere effectsnelheden zijn eerder
geschikt voor ritmische muziek met snelle beats.
f) Werking met vaste kleurinstellingen
•
Druk op de toets MODE tot "Colr" op het display verschijnt.
•
Druk op de toets SETUP en selecteer met de toetsen UP of DOWN de gewenste kleurintensiteit voor rood, groen
en blauw.
•
"rxxx" betekent dat de kleur rood werd geselecteerd en met de toetsen UP of DOWN de waarde voor de
roodintensiteit kan worden veranderd. De waarden voor de groen- ("gxxx") en blauwintensiteit ("bxxx") worden
m.m. ingesteld.
70