NEDERLANDS
108
108
Opmerking: 30 minuten nadat het reinigingsprogramma en
het opladen zijn voltooid, wordt het SmartClean-systeem
automatisch uitgeschakeld.
De cartridge in het SmartClean-systeem
vervangen
- Vervang de reinigingscartridge wanneer het
vervangingssymbool oranje knippert of wanneer u niet
langer tevreden bent met het resultaat.
1
Druk op de knop op de zijkant van het SmartClean-
systeem (1) en til het bovenste deel van het
SmartClean-systeem omhoog (2).
2
Haal de lege reinigingscartridge uit het
SmartClean-systeem en giet eventuele resterende
reinigingsvloeistof uit de reinigingscartridge.
U kunt de reinigingsvloeistof gewoon door de
gootsteen gieten.
3
Gooi de lege reinigingscartridge weg.
4
Pak de nieuwe reinigingscartridge uit en trek het
zegel van de cartridge.
5
Plaats de nieuwe reinigingscartridge in het
SmartClean-systeem.
6
Duw het bovenste deel van het SmartClean-systeem
omlaag ('klik').