Table des Matières
Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
2
x
Montage en installatie
Afb. 2-6
Montage afvoerslang aan de veiligheidsoverloop
2.4.1 Optie: Aansluiting externe warmtegenerator
WAARSCHUWING!
Bij gebruik van de DAIKIN EKHHP met een niet-
gevuld of onvolledig gevuld boilerreservoir kan het tot
schade aan het toestel komen.
● De DAIKIN EKHHP pas na afloop van de installa-
tiewerkzaamheden vullen.
● Volgorde bij het vulproces in acht nemen.
● Inbedrijfstelling pas na afloop van alle installatie-
werkzaamheden en pas na de volledige vulling
van het boilerreservoir uitvoeren.
Ter ondersteuning of als alternatief voor de verwarming door de
warmtepomp kunnen externe warmtegenerators (bijv. zonne-
energie, gas- of olieverwarmingsketel) op de DAIKIN EKHHP
worden aangesloten.
De door de externe warmtegenerator geleverde warmte moet
naar het drukloze boilerwater in de warmwaterboiler van de
DAIKIN EKHHP worden gevoerd.
● De hydraulische aansluiting volgens een van de volgende
mogelijkheden uitvoeren:
a) EKHHP(3/5)00AA2V3:
(zonne-energie aanvoer en zonne-energie retour) van de
warmwaterboiler
of
b) Enkel EKHHP500AA2V3:
onder druk staande zonnewarmtewisselaar.
– Positie en afmetingen vna de aansluitingen vindt u in de
overzichtsafbeelding op bladzijde 2 en tab. 0-1 op
bladzijde 3.
– Hydraulische systeemverbinding overeenkomstig afb. 2-5
uitvoeren.
–
Voorgeschreven draaimoment in acht nement
(zie hoofdstuk 2.1).
– De leidingen zodanig plaatsen dat na montage de geluid-
dempende kap eenvoudig kan worden geplaatst.
Installatie- en bedieningshandleiding
12
drukloos via de aansluitingen
via de geïntegreerde
2.5 Koelmiddelleidingen aanleggen
● Controleren of oliehefboog nodig is.
– Vereist als de DAIKIN EKHHP niet gelijkvloers met het
warmtepompbuitentoestel is geïnstalleerd (afb. 2-7,
H
≥ 10 m).
O
– Voor elke 10 m hoogteverschil moet er minstens een olie-
hefboog worden geïnstalleerd (afb. 2-7, H = afstand van
oliehefboog tot oliehefboog).
– Oliehefboog alleen in gasleiding vereist.
● Leidingen leggen met buigtoestel en voldoende afstand om
elektrische leidingen te leggen.
● Solderen van leidingen uitsluitend onder lichte stikstofstroom
(alleen solderen toegestaan).
● De warmtedammen aan de verbindingsplaatsen pas na de
inbedrijfstelling aanbrengen (wegens lekopsporing).
● Flensverbindingen tot stand brengen en op de toestellen
aansluiten (
draaimoment in acht nemen, zie
hoofdstuk 2.1).
E
A
A
DAIKIN ERWQ
B
DAIKIN EKHHP
C
Gasleiding
D
Vloeistofleiding
E
Oliehefboog
H
Hoogte tot de 1ste oliehefboog (max. 10 m)
H
Hoogteverschillende tussen het warmtepompbuitentoestel en het
O
warmtepompbinnentoestel.
Afb. 2-7
Oliehefboog koelmiddelleiding
B
C
D
DAIKIN EKHHP(3/5)00AA2V3
DAIKIN Warmwaterwarmtepomp
008.1423432_02 – 09/2015
Publicité
Chapitres
Table des Matières
