b) Schokdempers instellen
De veerelementen van de vierwielvering van het chassis bestaan telkens
uit een schroefveer waarin zich in het centrum een hydraulische
schokdemper bevindt. De hydraulische schokdempers zijn aan de
onderste wieldraagarmen en boven op de demperbrug op de
differentieelhuizen bevestigd. De schroefveren steunen boven tegen een
afstandsring op de buitenstang van de schokdemper en op een schotel
aan het onderste einde van de zuigerstang.
De voorspanning van de veren kan via afstandsringen met verschillende
hoogtes hoger of lager gezet worden. Door de combinatie van meerdere
afstandsringen kan de voorspanning op fijne wijze ingesteld worden in
overeenstemming met de ondergrond en de rijstijl.
Op deze wijze kan de voorspanning van de veren op fijne wijze ingesteld
worden in overeenstemming met de ondergrond en de rijstijl.
• Een lagere voorspanning van de veren laat het chassis onder zijn eigen gewicht dieper wegzakken.
• Een strakkere instelling tilt het chassis op.
Op die manier kan dus ook een zekere hogere/lagere wegligging van het chassis bereikt worden (dus de bodemvrijheid ingesteld worden). Met de instelling van
de demping wordt niet alleen de capaciteit van het modelvoertuig beïnvloed om bodemoneffenheden op te vangen, maar wordt ook het bochtgedrag beïnvloed.
Dat noemen we "overstuurd" en "onderstuurd" rijgedrag.
Overstuurd rijgedrag
Het voertuig "trekt" in de bochten, de achterkant vertoont neiging tot overstuur (te weinig tractie van de achteras of te veel tractie van de gestuurde vooras).
Als tegenmaatregel moet de demping achteraan zachter (of vooraan harder) ingesteld worden.
Onderstuurd rijgedrag
Het modelvoertuig laat zich moeilijk om de bochten sturen, „schuift" over de voorwielen naar buiten (te veel tractie van de achteras of te weinig tractie van de
gestuurde vooras).
Als tegenmaatregel moet de demping achteraan harder (of vooraan zachter) ingesteld worden.
Een overstuurd of onderstuurd rijgedrag kan ook het gevolg zijn van een ongelijkmatige dwarsstabiliteit van de voor- en achteras door een ontbrekende
instelling van de wielvlucht.
Als basisinstelling moet de vooras ca. 5 mm lager liggen dan de achteras!
Controleer de werking van de schokdempers:
• Hef het model aan de achteras naar boven en laat het vallen.
• Het model mag niet tot het eindpunt inveren en slechts één keer uitveren zonder na te trillen!
• Controleer de schokdempers van de vooras op dezelfde wijze.
Voorspanning van de veren instellen
• Voorspanning verhogen: Het vervangen van de afstandsring door een hogere afstandsring uit de set met accessoires verhoogt de voorspanning van de veer,
de vering wordt "harder".
• Voorspanning verlagen: Het vervangen van de afstandsring door een plattere afstandsring ontlast de veer, de vering wordt "zachter".
Tuning
Via de keuze van de schokdemperolie kan de dempingskarakteristiek worden beïnvloed. De seriematig in de schokbrekers van de X-Factor gebruikte olie is
prima geschikt voor de meeste toepassingen.
• Op overwegend gladde oppervlakken wordt een dikke olie (met hoge viscositeit) aanbevolen.
• Op open terrein daarentegen dient een dunvloeibare olie (lage viscositeit) te worden gebruikt.
Gebruik geen motorolie. We adviseren in principe alleen een zuivere silicon-schokdemperolie te. gebruiken. Voor de verdere optimalisatie van de
dempingseigenschappen bieden wij u siliconenolie voor de schokdempers met verschillende viscositeiten aan in ons assortiment accessoires!
104