7. Checklist voor de ingebruikneming
Wat moet er nog gedaan worden:
a) Controleren van alle schroefverbindingen en wielmoeren
b) Carrosserie afnemen en bevestigen
c) Uitlijning en tandflankspeling van de aandrijving controleren
d) RC-installatie in gebruik nemen
e) Failsafe-module (optioneel)
f) Reikwijdte van de afstandsbedieningszender controleren
g) Functiecontrole van de servo´s
h) Basisafstelling van de carburator controleren
i) Motor starten
j) Inloopvoorschriften voor de motor
Let op! De positieaanduidingen voor/achter/rechts/links hebben altijd betrekking op de voertuig-lengteas gezien in de rijrichting „vooruit".
a) Controleren van alle schroefverbindingen en wielmoeren
Controleer daarom vóór elk gebruik:
• of de wielmoeren en alle schroefverbindingen nog stevig vastzitten;
• of de servostuurhevel stevig op de servoas zit
• Monteer de luchtfilter. De luchtfilter moet onbeschadigd, zuiver en geolied zijn.
• Controleer vóór elk gebruik of de slangverbindingen en het deksel van de tank dicht zijn.
• De installatie van de kabels.
Door de trillingen van de motor en schokken tijdens het rijden kunnen er onderdelen en schroefkoppelingen losraken.
b) Carrosserie afnemen en opzetten
Om de carrosserie af te nemen, verwijdert u de carrosseriesplitpennen en de beschermplaten van de carrosserie.
Neem de carrosserie nu af.
Om de carrosserie te bevestigen voert u de carrosseriehouder in de geboorde gaten van de carrosserie. Maak nu de carrosserie opnieuw met de beschermplaten
en de carrosseriesplitpennen vast.
c) Uitlijning en tandflankspeling van de aandrijving controleren
De motor brengt zijn vermogen over via de rondsels op de koppelingsklok op het hoofdtandwiel. Beide draaiassen, dus de krukas aan de motorzijde en de as
van de aandrijving naar de voor- en achteras, moeten exact parallel uitgelijnd zijn. Zo worden spanningen in de aandrijving, voortijdige slijtage van de rondsels
en kogellagers alsook prestatieverlies voorkomen.
De parallelle afstelling van de krukas en de aandrijving moet vóór de ingebruikname van het voertuig gecontroleerd en evt. bijgesteld worden!
Bij een parallelle afstelling grijpen het rondsel op de koppelingsklok en de hoofdtandwielen gemakkelijk in elkaar. Te veel speling zal mettertijd de
tandwielen en te weinig speling de kogellagers in de koppeling en de motor vernielen.
Tandflankspeling controleren
• Leg dunne papierstrookjes tussen het rondsel op de koppelingsklok en het
hoofdtandwiel in de aandrijving.
• Draai het tandwiel met de hand
• De papierstrookjes mogen bij het doordraaien niet scheuren!
Tandflankspeling afstellen
• Draai de vier schroeven van de bevestiging van de motorhouder aan de onderkant
van het chassis los
• Motor zijdelings uitlijnen en de schroeven weer goed vastdraaien.
• Vier schroeven boven op de motordrager losmaken en de motor verticaal uitlijnen.
94