4.0 Gebruik
Inklappen
Verwijder het zitkussen uit de rolstoel en klap de voetenplank of -steunen
omhoog. Pak de sling in het midden vanaf de achterkant, of de stangen van de
zitting (Fig. 4.1), en trek de sling of de stangen omhoog, totdat de vouwbeugel
op zijn plaats klikt (Fig. 4.2).
Vervoer
Om de stoel te verplaatsen, tilt u de opgevouwen stoel op door hem aan de
voorkant van het kruisframe en de duwhandvatten vast te houden.
Uitklappen
Duw de ontgrendelingshendel van de vouwbeugel (Fig. 4.3) naar beneden en
duw beide framehelften uit elkaar. Druk vervolgens op de stang van de zitting
(zie afbeelding). Uw rolstoel is dan uitgeklapt. Klik de zitbuizen in hun positie in
het zadel van de zitting. Dat gaat makkelijker als u de rolstoel wat opzij kantelt.
Zo haalt u namelijk het gewicht weg van één van de achterwielen. Zorg ervoor
dat uw vingers niet tussen de gekruiste buizen raken. Plaats het kussen
van de zitting. (Fig. 4.4).
Zelf in uw rolstoel stappen (Fig. 4.5)
• Duw de rolstoel tegen een muur of een stevig meubelstuk;
• Gebruik van de wielvergrendeling;
• Klap de voetsteunen omhoog;
• De gebruiker kan zich in de rolstoel laten zakken;
• Vouw de voetplaten terug naar beneden en plaats uw voeten voor de hielband.
Zelf uit uw rolstoel stappen (Fig. 4.6)
• Gebruik van de wielvergrendeling;
• Klap de voetplaten omhoog.
• Steun vervolgens met één hand op de armleuning en buig iets naar voren
om het lichaamsgewicht naar de voorkant van de stoel te brengen. Zet beide
voeten stevig op de grond, de ene voet achter de ander, en duw uzelf omhoog
naar een opwaartse positie.
WAARSCHUWING!
• Sta niet op de voetplaten tijdens overplaatsingen. De kans is groot dat de
rolstoel voorover kantelt wanneer u op de voetplaten gaat staan.
• Zet altijd uw voeten stevig op de grond voordat u in of uit de rolstoel stapt.
• Vergrendel altijd de wielen bij het in- of uitstappen uit de rolstoel.
XENON 2 FF
72
Fig. 4.1
Fig. 4.2
Fig. 4.3
Fig. 4.4
Fig. 4.5
Fig. 4.6
Rev.4.0