Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

2.0 Transport

GEVAAR!
Indien dit advies wordt genegeerd ontstaat het risico op
ernstig letsel of overlijden.
Controleer altijd of uw rolstoel geschikt is om de
gebruiker in een voertuig te vervoeren. De symbolen op
het productlabel helpen u vast te stellen of uw rolstoel
een crashtest heeft ondergaan en daarom geschikt is om
de gebruiker in een voertuig te vervoeren.
Crashtest uitgevoerd
Heeft geen crashtest ondergaan
Het vervoer van uw rolstoel in een voertuig:
Een in een voertuig vastgezette rolstoel biedt niet
dezelfde veiligheid als een normale stoel en
veiligheidssysteem in dat voertuig. Sunrise adviseert
altijd om de rolstoelgebruiker over te brengen naar een
stoel van het voertuig. Sunrise Medical erkent dat het niet
altijd praktisch is om een rolstoelgebruiker over te
brengen naar een gewone stoel in het voertuig. Wanneer
de gebruiker vervoerd moet worden in de rolstoel, moet
onderstaand advies worden opgevolgd:
1. Controleer of het voertuig over de juiste hulpmiddelen
beschikt om een passagier in een rolstoel te vervoeren.
Controleer tevens of de methode om in en uit het voertuig
te komen, geschikt zijn voor uw type rolstoel. De vloer
van het voertuig moet sterk genoeg zijn om het totale
gewicht van de rolstoelgebruiker, de rolstoel en de
accessoires te dragen.
2. Rondom de rolstoel dient voldoende ruimte te zijn om
de spanbanden en veiligheidsgordels te bevestigen en
de rolstoel goed en gemakkelijk vast te zetten en los te
maken.
3. De stoel met daarin de gebruiker moet in de rijrichting
worden geplaatst. De rolstoel dient te worden vastgezet
met spanbanden en voor de gebruiker dienen
veiligheidsgordels gebruikt te worden, waarbij wordt
voldaan aan de normen ISO 10542 of SAE J2249 en aan
de WTORS instructies van de fabrikant.
4. De rolstoel is niet getest in andere posities binnen een
XENON 2 FF
voertuig. De rolstoel met daarin de gebruiker mag nooit
in zijwaartse richting worden vervoerd (Fig. A).
5. De rolstoel moet worden vastgezet met een
bevestigingssysteem dat voldoet aan ISO 10542 of SAE
J2249, met niet-verstelbare banden aan de voorzijde en
verstelbare banden aan de achterzijde, die worden
bevestigd door middel van karabijnhaken/S-haken en
gesp en gordel bevestigingen. De bevestigingen bestaan
doorgaans uit vier aparte banden die vastgemaakt
worden aan iedere hoek van de rolstoel.
6. De verankeringsbanden moeten aan het frame van de
rolstoel worden bevestigd zoals aangegeven in de
tekening op de volgende pagina. Ze mogen niet worden
bevestigd aan accessoires, wielspaken,
wielvergrendeling, voetsteunen en dergelijke.
7. De verankeringsbanden dienen in een hoek van 45
graden zo dicht mogelijk bij de stoel bevestigd te worden;
de banden moeten strak vastgezet worden in
overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
8. De verankeringspunten, frame en structurele
onderdelen van de rolstoel mogen niet zonder overleg
met de fabrikant worden gewijzigd of vervangen.
Dergelijke wijzigingen kunnen de rolstoel van Sunrise
Medical ongeschikt maken voor transport in een voertuig.
9. Zowel de heupgordel als de veiligheidsgordel voor het
bovenlichaam moet worden gebruikt om de
rolstoelgebruiker goed in de rolstoel te laten zitten.
Hierdoor wordt het risico verkleind dat hoofd en borst in
botsing komen met onderdelen van het voertuig. Tevens
wordt risico verkleind dat de rolstoelgebruiker of de
andere inzittenden van het voertuig geblesseerd raken.
(Fig. B) De bovenlichaamgordel dient bevestigd te
worden aan de "B" stang van het voertuig. Indien dit
wordt nagelaten, wordt het risico van ernstig (onder)
buikletsel van de gebruiker vergroot.
10. Wanneer de rolstoel als stoel in een voertuig wordt
gebruikt en de gebruiker heeft tijdens het vervoer een
hoofdsteun nodig, dan moet een hoofdsteun worden
aangebracht die geschikt is voor vervoer in een voertuig.
Ook moet deze hoofdsteun tijdens het vervoer van de
rolstoelgebruiker op de juiste wijze worden
gepositioneerd.
11. Lichaamsondersteunende gordels (zoals
heupgordels) mogen niet worden gebruikt als
veiligheidsgordel voor een rolstoelgebruiker, tenzij deze
voldoen aan de normen zoals gespecificeerd in ISO
7176-19:2001 of SAE J2249.
Fig. B
HEUPGORDEL
Fig. A
69
GORDEL VOOR
BOVENLICHAAM
Rev.4.0

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières