9.6 Juiste belasting van het apparaat
De elektromotor of verbrandingsmotor van
de tuinhakselaar mag maar zo zwaar
belast worden dat het toerental niet te veel
daalt. De tuinhakselaar steeds gelijkmatig
en continu voeden. Daalt het toerental
tijdens het werken met de tuinhakselaar,
stop dan met bijvullen om de elektromotor
of de verbrandingsmotor te ontlasten.
9.7 Vullen van de tuinhakselaar
Kans op letsel!
Lees vóór het vullen van de
tuinhakselaar het hoofdstuk "Voor
uw veiligheid" (
4.), met name de
paragraaf "Tijdens de
werkzaamheden" (
zorgvuldig en volg alle
veiligheidsaanwijzingen op. Het
vullen van de tuinhakselaar mag
enkel door een persoon gebeuren.
Kans op letsel!
Nooit met een hand in
een vulopening grijpen!
Houd de juiste belasting van de
verbrandingsmotor aan. (
De beide vulopeningen (1, 2) van
de tuinhakselaar moeten niet
tegelijkertijd worden gevuld.
Verstoppingsgevaar!
Zacht materiaal:
● Houd u bij het vullen van
de tuinhakselaar binnen
het werkgebied. (
9.4)
● Start de tuinhakselaar.
(
11.1)
114
● Organisch materiaal zoals fruit- en
groenteafval, bloemenresten, bladeren,
dunne takken enz. in de vulopening (1)
voor zacht materiaal werpen.
De vulopening (1) uitsluitend met
zacht materiaal of met dunne (tot
ca. 10 mm diameter) takken met
veel zijtakken vullen. De toevoer
van de takken (3) moet bij het
vullen met zacht materiaal in de
ingeklapte stand staan. (
Vochtig of nat zacht materiaal leidt
sneller tot verstoppingen in het
apparaat. Hierbij de tuinhakselaar
16
langzamer vullen en met name op
het toerental van de
verbrandingsmotor letten. Bij het
vullen van het apparaat met zacht
materiaal voorkomen dat de kap
van de verbrandingsmotor met
4.6),
hakselmateriaal wordt bedekt.
Kans op oververhitting van de
verbrandingsmotor door bedekte
koelsleuven!
Houd de verbrandingsmotor altijd
vrij van vuil!
Hard materiaal:
● houd bij het vullen van de
9.6)
tuinhakselaar het
werkbereik in de gaten.
(
9.4)
● Toevoer van takken (3)
uitklappen. (
● Maximale takdiameter aanhouden.
(
9.3)
● Tuinhakselaar starten. (
11.4)
11.3)
11.1)
Gevaar voor letsel!
Om letsel door terugslaande takken
te voorkomen, moet de
tuinhakselaar op de juiste manier
met hard materiaal worden gevuld.
Als de tuinhakselaar langs achter
gevuld wordt (d. w.z. de gebruiker
staat in het werkgebied (
moeten de takken een beetje
schuin worden gehouden en
conform het symbool (4) aan de
linker trechterwand tot aan de
messenset ingevoerd worden. Let
bij het vullen op de maximale
diameter van de takken. (
grote vulopening (2) dient
uitsluitend voor een betere invoer
van takken met veel zijtakken.
Dikke takken en sterk vertakt
materiaal vooraf met een
boomschaar afkorten (maximale
takdikte aanhouden). Dunne takjes
(tot ca. 10 mm diameter) in de
vulopening (1) voor zacht materiaal
werpen.
● Materiaal van bomen, heggen of takken
langzaam in de vulopening (2) van de
uitgeklapte toevoer van de takken (3)
geleiden. Het hard materiaal wordt
daarbij automatisch door de machine
naar binnen getrokken. Langere takken
moeten bij het hakselen met de hand
worden ondersteund en geleid.
10. Veiligheidsvoorzieningen
10.1 Veiligheidsvergrendeling
De tuinhakselaar mag alleen bij een
correct afgesloten vultrechter ATO 400
worden gestart. Bij het losdraaien van de
0478 216 9906 A - NL
9.4) ,
9.3) De