Accu laden
Om het laadproces te starten, gaat u als volgt te werk:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Eindlading
Belangrijk! Afhankelijk van het type accu schakelt het laadapparaat na ca. 6 uur auto-
matisch over op servicelading. Om de accu volledig te laden moet de accu al die tijd op
het laadapparaat blijven aangesloten.
Servicelading
Bij de servicelading wordt de zelfontlading van de accu tegengegaan. De accu is continu
gereed voor gebruik en kan naar believen op het laadapparaat blijven aangesloten.
Laadproces als volgt beëindigen:
Laadproces
beëindigen
1.
2.
3.
4.
Laadapparaat op het elektriciteitsnet aansluiten
Motor afzetten, contact afzetten en alle stroomverbruikers uitschakelen
Laadklem (+) op de pluspool (rood) van de accu aansluiten
Laadklem (-) op de minpool (zwart) van de accu, of bij boordnetten met de carros-
serie (bijv. het motorblok) aansluiten.
Laadapparaat start met het laadproces
De LED geeft de laadprocedure weer.
Het laadapparaat schakelt over op „Eindlading" wanneer de accu voor 80 - 85 % is
geladen
De accu is dan gereed voor gebruik.
De aanduiding „Eindlading" brandt
Het apparaat schakelt automatisch over op servicelading, zodra de accu volledig
is geladen.
De LED brandt
Afhankelijk van het type laadapparaat: Keuzeschakelaar in
stand - O - zetten of op de - STOP - toets drukken
Laadapparaat van het elektriciteitsnet loskoppelen
(-) Laadklem van de accu losnemen
(+) Laadklem van de accu losnemen
5