2. Montageaanwijzing
Für den Transport zum Aufstellort
empfehlen wir die Speicherverkleidung
zu demontieren (siehe "2.3"), damit diese
nicht beschmutzt oder beschädigt wird
2.1 Voorschriften en bepalingen
!
De montage, de eerste inbedrijfstelling en
het onderhoud van dit apparaat mogen
uitsluitend door een erkend installateur in
overeenstemming met deze gebruiks- en
montageaanwijzing worden uitgevoerd.
!
Alleen als de voor het apparaat bestemde
originele speciale accessoires en
reserveonderdelen worden gebruikt, is
een probleemloze werking gegarandeerd.
!
DIN 1988 / DIN 4109
Voorschriften van het desbetreffende
!
waterleidingbedrijf
Verder moet het volgende in acht worden
genomen:
!
Typeplaatje van de staande boiler
!
Technische gegevens
!
Waterinstallatie
Leidingmateriaal
–
Koud water-
–
Warm water-
Leiding
leiding
Koperen buis
"Koperen buis
Stalen buis
"Stalen of koperen buis
Kunststofbuizen mogen uitsluitend worden
toegepast als ze zijn voorzien van het
desbetreffende DVGW-keuringsteken.
2.2 Plaats van montage
!
In een vorstvrije ruimte
!
Dankzij de verstelbare poten
kunnen oneffenheden in de vloer worden
gecompenseerd.
2.3 Demontage/montage van de
ommanteling van de boiler
De ommanteling van de boiler is gemonteerd
in de afleveringstoestand. Indien nodig kan
deze worden verwijderd.
De ommanteling van de boiler moet
zijn gemonteerd vóór aansluiting van
water en verwarming en vóór de
eventuele installatie van een
circulatieleiding of de inbouw van een
BGC-verwarmingselement.
2.4 Montageaanwijzingen voor
indicatoren
De signaalanode is gemonteerd in de
afleveringstoestand. Controleer de indicator
op transportschade.
De staande warmwaterboiler mag
niet worden gebruikt als de
indicatoren zijn beschadigd omdat er dan
water ontsnapt als de anode is versleten.
10
voor de installateur
2.5 Verwarmingsinstallatie
De installatie van het verwarmingscircuit
wordt schematisch weergegeven in
afbeelding D. Voordat de leidingen voor
verwarmingswater worden aangesloten,
moeten de warmtewisselaars met gladde
buis worden doorgespoeld met water.
2.6 Wateraansluiting
!
Leiding goed doorspoelen
!
Afvoerleiding voor warm water monteren
Toevoerleiding voor koud water monteren
!
!
Installeer een typegekeurde
veiligheidsgroep zoals bijv. Stiebel Eltron
ZH 1,
ZH 1,
ZH 1, bestelnr
bestelnr. . . . . 07 43 70
bestelnr
bestelnr
ZH 1,
ZH 1,
bestelnr
> 0,48 Mpa moet bovendien het
dr dr dr dr drukreduceer
ukreduceerv v v v v entiel
ukreduceer
ukreduceer
ukreduceer
07 43 71
07 43 71
07 43 71
07 43 71
07 43 71, worden geïnstalleerd.
Installatievoorbeeld
1 Staande warmwaterboiler
2 Veiligheidsventiel max. 1 Mpa (10 bar)
3 Afblaasleiding
4 Afsluiter
5 Drukreduceerventiel
6 Testventiel
7 Terugslagklep
8 Aansluiting voor meetapparaat
9 Afsluiter
10 Aftapkraan
–
Afmetingen van de afblaasleiding
aanpassen aan een volledig geopend
veiligheidsventiel. De afblaasopening
van het veiligheidsventiel moet naar
buiten toe geopend zijn.
–
De afblaasleiding van het
veiligheidsventiel moet met een
onderbroken verval worden
A B (21)
geïnstalleerd. De instructies in de
montageaanwijzing „Veiligheidsventiel"
moeten worden opgevolgd.
C
Stiebel Eltron
Stiebel Eltron
Stiebel Eltron
Stiebel Eltron
07 43 70. Als de rustdruk
07 43 70
07 43 70
07 43 70
entiel
entiel DMV/ZH 1
entiel
entiel
DMV/ZH 1
DMV/ZH 1
DMV/ZH 1, bestelnr
DMV/ZH 1
bestelnr. . . . .
bestelnr
bestelnr
bestelnr
C
:
!
Vul de staande boiler met water door de
warmwaterkraan te openen. Spoel de
boiler vervolgens grondig door.
!
Voer een dichtheidscontrole uit.
!
Opmer
Opmer
Opmerking m.b
Opmer
Opmer
king m.b
king m.b
king m.b.t. .t. .t. .t. .t. de circulatieleiding
king m.b
de circulatieleiding
de circulatieleiding
de circulatieleiding:
de circulatieleiding
Als er een circulatieleiding wordt
geïnstalleerd, moet de leiding op de
A B
aansluiting
(5)
worden
gemonteerd.
De warmte-isolatie moet eventueel rond
de aansluiting worden verwijderd zodat de
circulatieleiding kan worden gemonteerd.
2.7 Eerste inbedrijfstelling
(mag uitsluitend worden uitgevoerd door
een deskundig installateur)
1. Staande warmwaterboiler vullen,
ontluchten en grondig spoelen.
2. Speciale accessoires conform de
gebruiks- en montageaanwijzing
bedienen en de werking controleren.
3. Werking van veiligheidsventiel
controleren.
Overdracht van het apparaat
Leg aan de gebruiker de werking van het
apparaat uit en maak de gebruiker vertrouwd
met het gebruik.
WW
KW