Gedrag van de in- en uitgangen
Storings-/bedrijfsmeldingen
Bedieningsmogelijkheden op de
slave-pomp
6.3.3 Bedrijf bij onderbreking van de
communicatie
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-CronoLine-IL-E, CronoTwin-DL-E, CronoBloc-BL-E
Ingang actuele waarde In1, ingang gewenste waarde In2:
• op de master: geldt voor het gehele aggregaat
"Extern off":
• op de master ingesteld (menu <5.1.7.0>): geldt afhankelijk van de
instelling in het menu <5.1.7.0> alleen voor de master of voor de
master en de slave.
• op de slave ingesteld: geldt alleen voor de slave.
ESM/SSM:
• Voor een centrale besturingsplaats kan er een verzamelstoringsmel-
ding (SSM) op de master worden aangesloten.
• Hierbij mag het contact alleen aan de master worden toegewezen.
• De weergave geldt voor het gehele aggregaat.
• Op de master (of via de IR-monitor/IR-stick) kan deze melding als
enkel- (ESM) of verzamelstoringsmelding (SSM) in het menu
<5.1.5.0> geprogrammeerd worden.
• Voor de enkelstoringsmelding moet het contact aan iedere pomp
worden toegewezen.
EBM/SBM:
• Voor een centrale besturingsplaats kan er een verzamelbedrijfsmel-
ding (SBM) op de master worden aangesloten.
• Hierbij mag het contact alleen aan de master worden toegewezen.
• De weergave geldt voor het gehele aggregaat.
• Op de master (of via de IR-monitor/IR-stick) kan deze melding als
enkel- (EBM) of verzamelstoringsmelding (SBM) in het menu
<5.1.6.0> geprogrammeerd worden.
• De functies "Stand-by", "Bedrijf" en "Net-Aan" van EBM/SBM kunnen
onder <5.7.6.0> op de master worden ingesteld.
OPMERKING:
"Stand-by" betekent:
"Bedrijf" betekent:
"Net-aan" betekent:
• Voor de enkelbedrijfsmelding moet het contact aan elke pomp wor-
den toegewezen.
Op de slave kunnen behalve "Extern Off" en "Pomp blokkeren/vrijge-
ven" geen andere instellingen worden ingesteld.
OPMERKING:
Als bij een dubbelpomp een enkele motor spanningsvrij wordt
geschakeld, dan is het geïntegreerde dubbelpompmanagement zon-
der functie.
Bij een onderbreking van de communicatie tussen twee pompkoppen
in dubbelpompbedrijf geven beide displays de foutcode "E052" weer.
Gedurende de onderbreking gedragen beide pompen zich als afzon-
derlijke pompen.
• Beide elektronicamodules melden de storing via het ESM/SSM-contact.
• De slave-pomp draait in noodbedrijf (regelbedrijf) volgens het eerder
ingestelde noodtoerental op de master (zie menu punten <5.6.2.0>).
De fabrieksinstelling van het noodtoerental is ongeveer 60 % van het
maximale toerental van de pomp.
• Bij 2-polige pompen: n = 1850 tpm
• Bij 4-polige pompen: n = 925 tpm
De pomp kan draaien, er is geen
fout opgetreden.
motor draait.
netspanning is aanwezig.
Nederlands
199