10.2.3 Elektronicamodule vervangen
11
Storingen, oorzaken en
oplossingen
Storingsindicaties
Legenda
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-CronoLine-IL-E, CronoTwin-DL-E, CronoBloc-BL-E
OPMERKING:
Harde lagergeluiden en ongebruikelijke vibraties duiden op een versleten
lager. De lager moet dan door de Wilo-klantendienst worden vervangen.
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij werkzaamheden aan elektrische apparaten bestaat levensge-
vaar door elektrische schok.
• Controleren of deze spanningsvrij zijn en aangrenzende, onder
spanning staande onderdelen afdekken of afsluiten.
• Voor de demontage van de elektronicamodule stappen 1 tot 5 uit-
voeren volgens hoofdstuk 10.2 "Onderhoudswerkzaamheden" op
pagina 233.
• Schroeven en tandschijven (afb. 6, pos. 12) verwijderen en de elektro-
nicamodule verticaal naar boven trekken (afb. 6).
• Voordat de elektronicamodule opnieuw wordt gemonteerd, de
nieuwe O-ring tussen elektronicamodule en motor op de houder met
contacten trekken.
• De elektronicamodule in het contact van de nieuwe motor duwen en
met schroeven en tandschijven (afb 6, pos. 12) bevestigen.
• Verdere procedure (pomp opnieuw bedrijfsklaar maken) zoals
beschreven in hoofdstuk 10.2 "Onderhoudswerkzaamheden" op
pagina 233 in omgekeerde volgorde (stappen 5 tot 1).
OPMERKING:
De elektronicamodule moet bij de montage tot op de aanslag worden
gedrukt.
OPMERKING:
Maatregelen van de inbedrijfname in acht nemen (zie hoofdstuk 9
"Inbedrijfname" op pagina 229).
Bij motorvermogens ≥ 11 kW wordt het elektronicamodule gekoeld
door een ingebouwde toerengeregelde ventilator die automatisch
inschakelt, zodra het koellichaam 60 °C bereikt. De ventilator zuigt
buitenlucht aan die over het buitenvlak van het koellichaam geleid
wordt. Deze draait alleen als de elektronicamodule onder last werkt.
Afhankelijk van de heersende omgevingsomstandigheden wordt stof
via de ventilator aangezogen dat zich in het koellichaam kan verza-
melen. Dit moet regelmatig gecontroleerd worden en indien nodig
moeten ventilator en koellichaam gereinigd worden.
Storingen alleen door gekwalificeerd vakpersoneel laten verhel-
pen! Veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 10 "Onderhoud" op
pagina 232 in acht nemen.
• Contact opnemen met een specialist, de dichtstbijzijnde servicedienst
of een filiaal als de bedrijfsstoring niet kan worden verholpen.
Storingen, oorzaken en oplossingen, zie volgordeschema "Storings-/waar-
schuwingsmelding" in hoofdstuk 11.3 "Fout bevestigen" op pagina 241 en
onderstaande tabellen. De eerste kolom in de tabel vermeldt de codenum-
mers die het display in geval van een storing weergeeft.
OPMERKING:
Indien de oorzaak van de storing niet meer aanwezig is, worden
enkele storingen vanzelf opgelost.
De onderstaande fouttypen kunnen met verschillende prioriteiten
optreden (1 = lage prioriteit; 6 = hoogste prioriteit):
Nederlands
237