5.14
Types van vergrendeling
Elke keer een vergrendeling gebeurt, toont de controledoos de
oorzaken van het defect die worden aangeduid door de kleur van
de ontgrendelingsknop. De sequentie van de impulsen van de
Beschrijving vergrendeling
Aanwezigheid
van
parasietvlam
tijdens stand-by of de naventilatie
Detectie
van
aanwezigheid
parasietvlam
tijdens
fase
voorventilatie
Geen vlam gedetecteerd na de
veiligheidstijd
Uitschakeling van de vlam tijdens de
werking
Defect aan motor ventilator
Storing van intern bedieningscircuit
van gasventiel van 1e vlamgang
Defect aan Eeprom
Vergrendeling
door
gebrek
sluiting van de luchtdrukschakelaar
na verzoek om warmte of na een
hercyclus
door
vlamverlies
werking
Vergrendeling
door
verlies
luchtdruk
na
herhaling
voorventilatie door een gebrek aan
lucht, of 10sec voor het einde van de
voorventilatie,
of
tijdens
veiligheidstijd, of tijdens de normale
werking
Vergrendeling
luchtdrukschakelaar
omgeschakeld in sluiting van de
thermostaat verzoek om warmte of
na een hercyclus door vlamverlies in
werking
Storing van intern bedieningscircuit
van gasventiel van 2e vlamgang
*
(
) Voor de knipperfrequentie van de ontgrendelingsknop zie
paragraaf "Diagnosefunctie storingen - vergrendelingen" op
pag. 26.
Om de controledoos te resetten na de weergave
van
de
visuele
ontgrendelingsknop gedrukt worden.
OPGELET
Indien de brander uitvalt, mag deze niet meer dan
twee maal achtereenvolgens ontgrendeld worden
om schade aan de installatie te vermijden. Als de
brander de derde maal vergrendeld wordt, moet
OPGELET
de assistentiedienst gecontacteerd worden.
20136131
Tijdsduur
vergrendeling
Na 25 seconden
van
Na 1 seconde
3 seconden na de
activering van de
gasklep
Na 3
cyclusherhalingen
Onmiddellijk
Onmiddellijk
Onmiddellijk
aan
Na 15 seconden
in
aan
van
de
Na 1 seconde
de
door
al
Na 120 seconden
Onmiddellijk
diagnose
moet
Installatie
led aanwezig in de ontgrendelingsknop, gegeven door de
controledoos, identificeert de mogelijke types van defecten
(raadpleeg de volgende tabel):
*
Kleur led (
)
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Indien de brander nog wordt vergrendeld of
andere defecten vertoont, mogen de ingrepen
uitsluitend uitgevoerd worden door bevoegd
verklaard en gespecialiseerd personeel, volgens
GEVAAR
de aanduidingen in deze aanwijzingen en in
op
de
overeenstemming
wetsbepalingen.
34
NL
Waarschijnlijke oorzaak
aanwezigheid van simulatie van vlam na verzoek
om warmte of tijdens de naventilatie
aanwezigheid
van
simulatie
voorventilatie
ionisatiesonde defect of niet aangesloten
gasklep
ontstekingstransformator defect
brander slecht afgesteld
brander niet correct geijkt
ionisatiesonde defect
motor ventilator defect
motor ventilator niet aangesloten
gasklep
interne bedieningscircuit van de gasklep 1°
vlamgang defect
defect aan interne geheugen
luchtdruk te laag (kop niet goed afgesteld)
luchtdrukschakelaar defect: vervangen
luchtdruk te laag (kop niet goed afgesteld)
luchtdrukschakelaar defect: vervangen
de luchtdrukschakelaar staat in bedrijfsstand,
vervang de drukschakelaar
de motor ventilator blijft gevoed worden,
controleer de vergrendeling van de vlamcontrole
interne bedieningscircuit van de gasventiel van
2e vlamgang defect
met
de
vlam
tijdens
Tab. R
normen
en
de