5.13.3 Test van uitschakeling
Sequentie voor test van uitschakeling
Programmering toegestaan in modaliteit WERKING en in
STAND-BY.
Druk 5 sec. op de knop t < 10 sec.
De RODE led knippert 2 maal (0,2 sec. AAN; 0,2 sec. UIT).
Laat de knop los.
De brander zal de uitschakeling en daarna de herstart uitvoe-
ren
Na de uitschakeling wordt de brander automatisch herstart en
wordt het aantal pogingen voor herhaling van cyclus hersteld.
Wanneer de pagina van het menu van de test van de uitschake-
ling wordt verlaten, zijn geen knipperende leds aanwezig.
5.13.4 Naventilatie/continue ventilatie
De tijd van de naventilatie kan voor max.6 minuten geregeld
worden. Handel als volgt:
Sequentie van programmering
Programmering toegestaan in modaliteit WERKING en in
STAND-BY.
Druk 10 sec. op de knop t < 15 sec.
GROENE led knippert 1 maal
Laat de knop los
GROENE led UIT
Druk de knop 1 ÷ 6 maal in (*) = 1 ÷ 6 minuten
7 maal = continue ventilatie
GROENE led AAN en uit bij elke druk en loslating
Na 10 sec. knippert de GROENE led het geprogrammeerde
aantal keer (0,5 sec. AAN; 0,5 sec. UIT)
Sequentie van deactivering
Reset toegestaan in modaliteit WERKING en in STAND-BY.
Druk 10 sec. op de knop t < 15 sec.
GROENE led knippert 1 maal
Laat de knop los
GROENE led UIT
Druk 8 maal op de knop (*)
GROENE led AAN en uit bij elke druk en loslating
Na 10 sec. knippert de GROENE led 8 maal (0,5s AAN; 0,5s
UIT)
Indien het verzoek om warmte wordt geblokkeerd tijdens
de programmering van de functie van de naventilatie wordt
het menu verlaten zonder dat de waarde van de regeling
wordt gememoriseerd.
Indien het verzoek om warmte wordt geblokkeerd tijdens
het knipperen van de led wordt het menu verlaten maar
blijft de waarde van de regeling gememoriseerd.
20136131
Installatie
5.13.5 Intermitterende functionering
Sequentie voor activering / deactivering
Programmering toegestaan in modaliteit WERKING en in
STAND-BY
Druk 20 sec. op de knop t < 25 sec.
De GROENE led knippert 3 maal
Laat de knop los
GROENE led UIT
Druk 1 maal op de knop om elk uur (*) een uitschakeling te
activeren
Druk 2 maal op de knop om elke 24 uur (*) een uitschakeling
te activeren
GROENE led AAN en UIT bij elke druk en loslating
Na 10 sec. knippert de GROENE led het geprogrammeerde
aantal keer (0,5 sec. AAN; 0,5 sec. UIT).
De wijziging van de parameter voor de instelling van de Intermit-
terende werking is operationeel:
na de daaropvolgende verzoek om warmte vanwege de
thermostaat (HT)
na de activering van een test van de uitschakeling
na het doven van de vlam tijdens de werking
nadat de stroomtoevoer werd uitgeschakeld en weer inge-
schakeld
5.13.6 Instelling van de lange voorventilatie
Met de controledoos kan de lange voorventilatie ingesteld wor-
den, zie paragraaf "Blokdiagram om het menu te bereiken" op
pag. 31.
Sequentie van de instelling van de lange voorventilatie
Programmering toegestaan in modaliteit WERKING en in
STAND-BY
Druk 30 sec. op de knop ≤ t < 35 sec.
De GROENE led knippert 5 maal
Laat de knop los.
GROENE led UIT
Druk 1 maal op de knop om de lange voorventilatie (*) te
deactiveren
Druk 2 maal op de knop om de lange voorventilatie (*) te
deactiveren
GROENE led AAN en UIT bij elke druk en loslating
Na 10 sec. knippert de GROENE led het geprogrammeerde
aantal keer (0,5 sec. AAN; 0,5 sec. UIT).
32
NL