Montage van de enkelzijbediening
Verzeker u ervan dat de aandrijfrollen niet tegen de band
liggen (aan beide kanten)!
Schuif de verbindingsbuizen (1) met de boorgaten naar buiten
in de middenbuis (2).
Schuif de verbindingsbuizen (1) op de keerbouten (a). Steek
de schroeven (5) door de keerbouten en schroef deze vast.
Lijn de middenbuis (2) in het midden uit, meet dit eventu-
eel na. Draai in deze positie de 2 schroeven (4 – 20 Nm) en
moeren M8 (3) vast. Controleer vervolgens nogmaals alle
schroefverbindingen.
5
1
a
5
Afbeelding 26
Zwenk met de meegeleverde aanzwenkhendel de rollen aan.
Aan beide kanten moeten de aandrijfrollen nu aanliggen.
Controleer ook de tegenoverliggende zijde. Zwenk de aandrijf-
rollen weer weg.
Herhaal deze procedure aan de tegenoverliggende zijde.
Elektrische bedrading en relaisbesturing
De Mover® is alleen geschikt voor aansluiting op 12 V-accu's
(gelijkstroom)!
Voor aanvang van de werkzaamheden accu en elke ex-
terne stroomvoorziening afklemmen. Bij onzekerheden
m.b.t. de elektrische aansluiting geeft u een erkende auto-
elektriciën opdracht voor het aansluiten.
De elektrische installatie moet voldoen aan de technische en
administratieve bepalingen van het respectievelijke land van
gebruik (bijv. EN 1648-1). Nationale voorschriften en regle-
menteringen moeten nageleefd worden.
Op elke motor zijn twee kabels (6 mm²) voorgemonteerd. Alle
kabels over de caravanbodem naar de geplande montage-
plaats van de relaisbesturing leggen. De betreffende aansluit-
kabels van de motor markeren (motor A of B – zie ook aan-
sluitschema) en provisorisch op de caravanondervloer naar de
geplande montageplaats van de besturing leggen. Een
geschikte plek voor de besturing is bijv. een bedopbergkast in
de directe omgeving van het rangeersysteem met een
minimumafstand tot de accu van 40 cm.
De besturing in de opbergkast plaatsen en bevestigen met de
meegeleverde spaanplaatschroeven (5 x 16).
Op een afstand van ca. 150 mm van de aansluitstrip van de
besturing een gat met Ø 25 mm op de caravanvloer markeren
voor de doorvoer van de kabelstrengen.
Voor het boren letten op eronder liggende chassisdelen,
gas- en elektriciteitsleidingen!
52
4
2
3
Gat boren, kabels door de caravanvloer naar de besturing lei-
den en zodanig aanleggen dat deze (met name bij doorvoeren
bij metalen wanden) niet kunnen schuren. Gebruik hiervoor
de meegeleverde mantelbuizen om beschadigingen aan de
kabels te vermijden.
De tractiemotoren bewegen tijdens werking. Ter
compensatie de kabels in dit bereik los met enige
speling bevestigen, om uitrekken van de kabels te vermijden.
Er mogen geen kabels over de besturing worden gelegd!
Kabels m.b.v. de meegeleverde klemmen en schroeven aan
het chassis resp. de ondervloer bevestigen.
Gat in voertuigbodem afdichten met plastisch carosserie-
afdichtingsmateriaal.
Aansluitschema
Montage
voor de as
Bovenaanzicht
B
A
Afbeelding 27
Montage
achter de as
Bovenaanzicht
A
B
Afbeelding 28
Tractie-
Tractie-
motor
motor
Accu
–
+
4
3
2
+
–
+
A
-
+
Tractie-
Tractie-
motor
motor
Accu
–
+
4
3
2
–
+
–
B
-
+
1
–
B
1
+
A