5: De videocamera is wel ingeschakeld maar
kan niet worden bediend.
De videocamera werkt niet normaal.
• De camera kan niet worden bediend als het
LCD-scherm niet is geopend of de zoeker niet
is uitgetrokken.
• Verwijder de cassette en kaart en druk
vervolgens op [RESET]. (
nog niet normaal werkt, schakelt u de camera
uit. Schakel vervolgens ongeveer een minuut
later de camera weer in. (Als tijdens deze
handeling het lees/schrijflampje van de
geheugenkaart brandt, kunnen de gegevens op
de kaart onherstelbaar worden beschadigd.)
6: De cassette kan niet worden verwijderd.
• Gaat de statusindicator branden als u de
cassetteklep opent? (
accu en/of de netadapter goed zijn bevestigd.
(
)
-89-
• Is de gebruikte accu leeg? Laad de accu op en
verwijder de cassette.
• Sluit de cassetteklep volledig en open hem
daarna weer. (
)
-95-
7: Alleen de cassette kan worden verwijderd
alle andere handelingen zijn onmogelijk.
• Is er sprake van condensvorming? Wacht tot
het pictogram voor condensvorming
verdwenen is. (
-156-
8: De afstandsbediening werkt niet.
• Is de knoopbatterij van de afstandsbediening
leeg? Vervang de knoopbatterij. (
• Is de instelling op de afstandsbediening
correct? Als de instelling op de
afstandsbediening niet overeenkomt met de
[Afst. Bediening]-instelling op de videocamera,
werkt de afstandsbediening niet. (
Opnemen
1: Het opnemen begint niet ook al is de
camera goed ingeschakeld en de cassette
goed geplaatst.
• Staat de wisbeveiliging op de cassette open? Is
dit het geval (het schuifje staat op [SAVE]), dan
kan niet op de tape worden opgenomen. (
• Is de tape geheel doorgespoeld naar het
einde? Plaats een nieuwe tape.
• Staat de camera opnemen? Als de camera op
afspelen staat, kan niet worden opgenomen.
(
)
-97-
• Is er sprake van condensvorming? Alleen de
cassette kan dan worden verwijderd; alle
andere handelingen zijn onmogelijk. Wacht tot
het pictogram voor condensvorming
verdwenen is. (
-156-
) Als het toestel
-155-
) Controleer of de
-95-
)
)
-103-
)
-104-
)
Diversen
• Is de cassetteklep open? Als de cassetteklep
open is, zal de camera niet goed functioneren.
Sluit de cassetteklep. (
2: De weergave op het scherm verandert
plotseling.
• Is de demonstratie aan de gang? Als u in de
Opnamestand de functie [DEMO stand] >>
[AAN] zet zonder dat een cassette en een kaart
in de camera te plaatsen, wordt de
demonstratie gestart. Voor normaal gebruik zet
u deze functie op [UIT]. (
3: Er kan geen cassette worden geplaatst.
• Is er sprake van condensvorming? Wacht tot
het pictogram voor condensvorming
verdwenen is.
4: De automatische scherpstelling werkt niet.
• Is de functie Nachtkleurenstand ingeschakeld?
Bij Nachtkleurenstand wordt de scherpstelling
op handbediening gezet.
• Bij bepaalde voorwerpen en omgevingen zal
de automatische scherpstelling niet goed
werken. (
-161-
handmatige scherpstelling kiezen. (
5: De videocamera stopt de opname zonder
reden.
• Is de AGS-functie in werking getreden? Neem
op in de normale horizontale stand of stel
[AGS] in op [UIT]. (
Aanduidingen
1: Een zin wordt midden op het scherm in
rood weergegeven.
• Lees de zin en voer de noodzakelijke actie uit.
(
)
-150-
2: De tijdsaanduiding wordt onnauwkeurig.
0 De teller van de tijdsaanduiding is tijdens
achteruitspelen in slow motion niet altijd
constant. Dit is echter geen defect .
3: Het pictogram voor resterende tapetijd
verdwijnt.
• De aanduiding voor resterende tapetijd kan
tijdelijk verdwijnen als een opname beeld-voor-
beeld wordt afgespeeld of tijdens een andere
)
-96-
handeling. Zodra u verder gaat met normaal
opnemen of afspelen, wordt de aanduiding
hersteld.
4: De aanduiding voor de resterende tapetijd
komt niet overeen met de werkelijk
resterende tapetijd.
• Bij het herhaald opnemen van scènes korter
dan 15 seconden kan de resterende tapetijd
niet correct worden weergegeven.
• Soms is de weergegeven resterende tapetijd
2 tot 3 minuten korter dan de werkelijk
resterende tapetijd.
)
-95-
)
-148-
) Als dit het geval is, kunt u beter
)
-114-
)
-118-
153
VQT1L37